10 februari 1989 - 14 augustus 1956
Eerst komt het vreten, dan pas de moraal.
(uit: Die Dreigroschenoper)
Al op de middelbare school toonde Brecht zich een kritisch theatermaker. Als hij in een opstel dan ook nog kritische geluiden laat horen over de Eerste Wereldoorlog en over de jonge soldaten die als kanonnenvlees naar het front worden gestuurd, moet zijn vader alle zeilen bijzetten om te verhinderen dat Brecht van school gestuurd wordt. Na de middelbare school gaat Brecht natuurkunde, medicijnen en literatuur studeren in München. Tot ook hij als soldaat in het leger moet dienen. Deze ervaring tekent hem voor het leven. Brecht wil als theatermaker de wereld verbeteren.
Theater moet de mens aan het denken zetten. Om dat te bereiken wil Brecht dat het publiek zich niet al te zeer laat meeslepen door de emoties. Daartoe ontwikkelt Brecht zijn eigen vorm van het zogenaamde 'epische theater'. Dat betekent bijvoorbeeld dat zijn theater niet van de werkelijkheid los mag komen, dus past hij zaal- en lichteffecten toe om zijn publiek in het hier en nu te houden. En bovendien gebruikt Brecht graag "Verfremdungseffekten" om te voorkomen dat het publiek te veel op gaat in het verhaal. Bijvoorbeeld door de decors op het toneel te veranderen waar het publiek bij zit. Of door een verteller te gebruiken die de situatie op het toneel beschouwt en toelicht.
Brecht hoopte met zijn theaterwerken de mensen inzicht te geven in de maatschappelijke structuren en hen duidelijk te maken dat mensen deze structuren kunnen veranderen. Brecht stond voor een vreedzame revolutie.
Een van de bekendste werken die Brecht schreef, samen met Kurt Weill, was het zeer maatschappijkritische Die Dreigroschenoper.
Het werk van Brecht werd door het nationaalsocialisme in de ban gedaan, en Brecht woonde een aantal jaren in ballingschap in Denemarken voordat hij naar Amerika vertrok. In Hollywood zat men echter niet te wachten op kritisch en politiek geëngageerd werk en bovendien was men na de Tweede Wereldoorlog niet gediend van communisten (waartoe men Brecht ook rekende). Via omwegen keerde Brecht terug naar (inmiddels Oost-)Berlijn waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen.