(24 september 1598 - 27 oktober 1659)
Busenello sloot zich na zijn studie in Padua aan bij verschillende academies, waarvan de Accademia degli Incongniti de belangrijkste was in de beginjaren van de opera in de 17de eeuw. Deze groep mensen domineerde de literaire en in zekere zin ook de commerciële kant van de vrij toegankelijke opera in Venetië in die dagen.
Busenello schreef vijf libretti voor Venetië die door Cavalli en Monteverdi op muziek zijn gezet en gezamenlijk in een bundel zijn verschenen (Delle hore ociose, 1656, Venetië).
Busenello maakte de transformatie van opera als spektakel aan het hof naar een publiek vermaak mee. Aan zijn libretti is duidelijk te zien dat er nog geen vaste formule voor deze theatervorm was gevonden.
L'incoronazione di Poppea is het bekendste werk van Busenello, vooral door de zetting van Monteverdi. Maar ook qua libretto is het een opvallend werk. Er komen veel verschillende karakters in voor, en de onderlinge relaties krijgen ruimschoots aandacht.
Wat de Venetianen het meest schokte, was de oplosing van het morele dilemma aan het slot. Normaal gesproken werd de afgewezen echtgenote uiteindelijk toch weer in de armen gesloten. In L'incoronazione di Poppea verbant Nero echter zijn echtgenote Octavia en trouwt met zijn minnares Poppea.
Qua taalgebruik past dit libretto en het andere werk van Busenello uitstekend in de traditie van de Marinisten. Deze groep auteurs streefden naar een overladen, oorspronkelijke stijl vol verrassende effecten.