(19 juni 1854 - 07 augustus 1893)
Alfredo Catalani kwam uit een familie van musici. Hij begon zijn studie in zijn geboorteplaats Lucca bij Fortunato Magi, een oom van Puccini. Catalani studeerde verder in Parijs en tot slot in Milaan. Hier sloot hij zich aan bij de aanhangers van de "post-verdiaanse" generatie rond Arrigo Boito en Franco Faccio. Via hen leerde hij de muziek van Wagner kennen.
Met zijn eindexamenwerk, de eenakter La falce werd hij in 1875 in een klap beroemd en financieel onafhankelijk. Hij schreef nog verscheidene andere opera's, met wisselend succes. Daarnaast schreef hij pianowerken, liederen en orkestwerken. In 1886 werd Catalani benoemd tot professor voor compositie aan het conservatorium van Milaan. In 1893 stierf hij, op het hoogtepunt van zijn carrière.