(23 juli 1866 - 20 november 1950)
Cilea behoort tot de Italiaanse operacomponisten van wie de blijvende roem slechts is gebaseerd op één werk: Adriana Lecouvreur uit 1902. Dat is in zoverre verbazingwekkend omdat zijn tragische opera Gloria uit 1907 in zijn tijd veel populairder was.
Cilea was niet voorbestemd componist te worden. Zeer tegen de wil van zijn vader in, die een geacht advocaat was, ging Cilea de muziek in. Van 1881 tot 1889 studeerde hij piano en compositie aan het Conservatorio di San Pietro a Majella di Napoli van Napels. Zijn eindexamenwerk, de opera Gina, had dermate veel succes dat het hem direct een contract opleverde bij de Milanese muziekuitgeverij Sorgonzo. In 1894 kreeg Cilea een professoraat voor piano aan het conservatorium van Napels en in 1916 werd hij daar tevens directeur.
Zijn meest bekende werk, Adriana Lecouvreur uit 1902, is gebaseerd op het leven van Adrienne Lecouvreur (1692-1730), een gevierde Franse actrice die door Voltaire zeer werd bewonderd. Het libretto is van de hand van Arturo Colautti. De eerste voorstelling, op 6 november 1902, in het Teatro Lirico te Milaan, werd zeer enthousiast ontvangen.
Hoewel Cilea tijd- en landgenoot was van Mascagni, Leoncavallo en Puccini, heeft hij zich nooit zo aangetrokken gevoeld tot het verisme, de belangrijkste operastroming in zijn tijd. In Adriana Lecouvreur overheerst daarom eerder de lyriek dan de explosieve en declamatorische stijl die eigen is aan een puur veristische opera.
Acerba volutta | Principessa... Finalmente! | L'anima ho stanca (Ekaterina Gubanova & Jonas Kaufmann, Sommernachtsmusik Baden-Baden Gala, 2016)