(28 augustus 1867 - 12 november 1948)
Umberto Giordano koos het pad van de muziek zeer tegen de zin van zijn vader die een gerespecteerd apotheker was. Nog tijdens zijn studie, in 1889, deed hij mee aan een wedstrijd van uitgever Sonzogno voor de compositie van opera-eenakters. Giordano componeerde hiervoor zijn eerste werk Marina. Hiermee viel hij weliswaar niet in de prijzen - de eerste prijs ging naar Pietro Mascagni, voor zijn opera Cavalleria rusticana - maar zijn werk had toch de aandacht van Sonzogno getrokken. Sonzogno gaf Giordano de opdracht een avondvullende opera te schrijven. Zo ontstond zijn tweede opera Mala Vita, een zeer extreem voorbeeld van het opkomende verisme.
In totaal schreef Giordano elf opera’s. Slechts twee opera’s hebben repertoire gehouden, te weten Andrea Chénier en Fedora. Zij danken hun succes vooral aan de goed gedoseerde melodische, theatrale en vocale effecten.
Naast de elf opera’s schreef Giordano ook nog symfonisch werk, kamermuziek en balletmuziek. Al dit werk is stilistisch sterk bepaald door zijn opera’s.