Componist: Umberto Giordano
Librettist:
Salvatore di Giacomo
Première: 17-03-1910 te Palermo
Het is Paaszondag en de kinderen in het weeshuis spelen, in afwachting van de komst van de Contessa, een van de weldoeners van het weeshuis. Als de Contessa dan eindelijk komt brengen de kinderen een serenade en leest een van hen een sonnet aan haar voor.
Groot is het contrast de komst even later van Carmela. De nonnen doen uit de doeken hoe Carmela vroeger is vroeger verleid en zwanger haar geboortegrond moest verlaten. Haar latere echtgenoot duldt geen kind van een ander in huis en Carmela was gedwongen haar zoon achter te laten in het weeshuis. Nu komt ze haar zoontje weer opzoeken. De nonnen zeggen haar dat ze haar zoontje dit jaar niet kan zien, hij is in de kerk aan het repeteren voor de feestelijkheden tijdens Mariamaand en daar mag Carmela niet komen. Onverrichte zaken keert Carmela bedroeft weer naar huis. Geen van de nonnen heeft de moed te zeggen dat Carmela's zoontje helemaal niet aan het zingen is. Hij is juist die nacht overleden.
Mese Mariano is een korte en intieme opera waarvan het drama zich opvallend genoeg niet zichtbaar op het toneel afspeelt. Hoofdrolspeelster en moeder Carmela gaat weliswaar bedroefd maar met de troostende gedachten dat haar zoontje aan het zingen is, naar huis. Alleen het publiek is zich bewust van het schrijnende drama: Carmela komt net een dag te laat aan.
Mese Mariano gin op 17 maart 1910 in première in Teatro Massimo in Palermo. Het werd redelijk goed ontvangen al was men niet razend enthousiast. Dat was men wel toen de opera een maand later een double bill vormde Cavalleria rusticana in Teatro Costanzi in Rome.
Na een rondreis door de (opera-)wereld landde Mese Mariano op 15 november 1913 in La Scala in Milaan. Giordano had de opera voor deze gelegenheid stevig gereviseerd.