(29 augustus 1862 - 06 mei 1949)
De in 1862 te Gent geboren schrijver Maurice Polydore Marie Bernard graaf Maeterlinck
— in 1911 gelauwerd met de Nobelprijs voor Literatuur — heeft in zijn literaire carrière heel wat drama's gecreëerd. Enkele van deze drama's zijn door componisten gebruikt als stof voor verschillende opera's. Het bekendste muziekdrama dat op een stuk van Maeterlinick tot dramatisch zangspel is omgewerkt, stamt van Claude Debussy (1862-1918). Dit werk werd in 1901 gerealiseerd en draagt dezelfde titel als het toneelwerk van de Franstalige Belg: Pelléas et Mélisande uit 1894.
In het jaar dat Debussy zijn geniale opera gereed had, presenteerde Maeterlinck zijn drama Ariane et Barbe-Bleu,. Dit drama werd door de Franse componist Paul Dukas (1865-1935) gebruikt voor eveneens een opera, die in 1902 gereedgekomen is. Deze opera draagt weliswaar dezelfde titel als het drama, maar werd toch voorzien van kleine aanpassingen.
De toneelstukken van Maeterlinck worden beheerst door het menselijk noodlot; zijn hoofdpersonen zijn geboren onder een ongelukkig gesternte en zijn meestal bang voor het leven, de liefde en de toekomst. In dit toneel is geen plaats voor innerlijke rust en geluk. In zijn latere toneelwerk grijpt het noodlot niet meer zo tragisch in het leven van de hoofdfiguren in en komt er wel ruimte voor wat geluk.