(07 oktober 1895 - 29 maart 1982)
"Fortuna had het goed met mij voor toen zij mij de catalogus van een antiquariaat uit Würzburg in handen deed komen. Hierin ontdekte ik een titel die mij met magische krachten betoverde: Carmina burana."
Zo beschreef Orff zijn ontdekking van het manuscript uit het klooster van Benediktbeuren dat de basis zou gaan vormen voor zijn bekendste werk.
Maar Orff was niet alleen componist van koorwerken als Carmina burana, hij was ook een man van het theater, een humanist en een bevlogen pedagoog.
Voor zijn theaterwerken putte Orff inspiratie uit de middeleeuwse mysteriespelen, volksverhalen uit Beieren, sprookjes van over de hele wereld en Griekse tragedies.
En wie is er niet groot geworden met het Orff-Schulwerk, Orffs innovatieve systeem van muziekonderwijs aan kinderen.
Muziekmaken was van kinds af aan een natuurlijke bezigheid voor Orff. Zijn speelgoed koesterde hij op basis van de ritmische mogelijkheden die het bood. Ook aan de piano ontdekte hij al op vroege leeftijd de variëteit die hij kon aanbrengen in ritmiek. Veel van wat hij vroege leeftijd noteerde, is helaas verloren gegaan. Het stond geschreven op een leitje.
De stijl van Orff wordt gekenmerkt door grote aandacht voor de ritmiek. Muziek moet men volgens Orff onmiddellijk kunnen begrijpen. Daarom is Orff wars van ingewikkelde structuren en harmonieën. Melodieën lijken als vanzelf uit het ritme te volgen.
Deel uit Carmina burana, flashmop door solisten, koor en orkest van de Wiener Volksoper