(09 oktober 1659 - 21 november 1695)
Henry Purcell werd waarschijnlijk in Londen geboren tussen 21 november 1658 en 10 november 1659. Zijn vader, musicus Thomas Purcell, maakte deel uit van de Chapel Royal. Al snel bleek dat Henry een groot talent voor muziek had. Op tienjarige leeftijd werd hij in 1669 koorknaap bij dezelfde Chapel Royal, die toen onder leiding stond van Henry Cooke. Nadat hij in 1673 de baard in de keel kreeg, moest hij het koor verlaten en werd hij (zonder betaling) aangesteld als assistent van de conservator van de Koninklijke instrumentenverzameling. In 1674, op vijftienjarige leeftijd, werd hij orgelstemmer in de Westminster Abbey. Hij nam compositielessen bij John Blow.
Drie jaar later werd Henry aangesteld als 'composer-in-ordinary' van de koning. Vervolgens volgde hij in 1679 John Blow op als organist van de Westminster Abbey. Drie jaar later kreeg hij dezelfde post in de Chapel Royal. In 1683 werd hij "keeper of the King's instruments", wat inhield dat hij alle blaasinstrumenten, waaronder de orgels, moest maken, restaureren, onderhouden en stemmen. Zijn hele leven was Purcell in dienst van de koningen van Engeland die in die tijd regeerden: eerst Karel II (een protestantse koning), toen Jacobus II (rooms-katholiek) en daarna Willem van Oranje en koningin Mary.
Naast muziek voor het hof, componeerde hij ook enkele werken voor toneel, waaronder de opera Dido and Aeneas en muziek bij toneelstukken.
Op 21 november 1695 stierf Purcell aan de gevolgen van een longontsteking, slechts 36 jaar oud.
Janet Baker zingt het Lament uit Dido and Aeneas van Henry Purcell