(18 mei 1774 - 25 januari 1855)
Op 13-jarige leeftijd publiceerde Rossi al zijn eerste werk: religieus getinte gedichten. Zijn eerste libretto schreef Rossi zo'n tien jaar later, en hij zou nog bijna zestig jaar blijven schrijven.
Eind 18de eeuw in Venetië libretti schrijven: dat betekende vooral farsa's schrijven, de typisch Venetiaanse eenakters. Daarnaast en daarna schreef Rossi libretti voor Rossini, Meyerbeer en later ook voor Pacini en vele anderen.
Rossi vond zich zelf geen dichter maar een "parolaio" (een spraakwaterval). Zijn versregels waren vaak stroef, niet erg verfijnd. Daarentegen had Rossi een goed oog voor dramatische situaties. En zijn teksten waren misschien soms aan de lange kant; zij waren wel effectief.
Rossi haalde menig onderwerp uit opera's uit andere streken, vooral de Franse opera was voor hem een belangrijke bron. Hij introduceerde de zeer romantische plots op het Italiaanse operatoneel.