(09 oktober 1835 - 16 december 1921)
Camille Saint-Saëns werd geboren op 9 oktober 1835 in Parijs. Zijn vader stierf kort na zijn geboorte en hij werd opgevoed door zijn moeder en oudtante, van wie hij vanaf driejarige leeftijd ook pianoles krijgt. Op zijn tiende maakte hij zijn debuut in een recital met pianoconcerten van Mozart en Beethoven in de Salle Pleyel in Parijs. Op zijn zestiende schreef hij zijn eerste symfonie.
Op school was hij een goede leerling met veel interesses. Vanaf 1848 studeerde hij aan het conservatorium in de Franse hoofdstad, waar hij les kreeg van onder andere François Benoist (orgel) en Fromental Halévy (compositie). Hij ontmoette er mensen als Gounod, Rossini en Berlioz en kreeg zijn eerste betrekking rond zijn achttiende, toen hij tot organist van de St. Merry benoemd werd. Vier jaar later werd hij organist van de Madeleine, een functie die hij twintig jaar lang zou uitoefenen. Door Liszt werd hij de beste organist ter wereld genoemd.
Daarnaast trad hij regelmatig op als pianist. Hij speelde vooral werk van vroegere Franse componisten. Hij zette zich in om het werk van Berlioz, Liszt en Wagner bekendheid te geven, maar ook oude meesters als Bach, Händel en Mozart liet hij opnieuw klinken
Vanaf 1861 gaf hij les aan de Ecole Niedermeyer, waar hij één van de leraren was van Fauré. Daarnaast schreef hij in diverse tijdschriften artikelen over muziek. Le Carnaval des Animaux schreef hij in 1866, maar verbood de uitvoering ervan omdat hij het meer als een grapje beschouwde dan als een serieuze compositie. Alleen het deel Le Cygne vond hij uitvoeringwaardig. In 1875 trouwde hij met de negentienjarige Marie-Laure Truffot. Na de dood van hun twee kinderen liet hij haar in de steek.
Vanaf 1877 legde hij zich volledig toe op het componeren. Hij maakte vele reizen naar diverse landen in Europa, het Verre Oosten, Zuid Amerika en de Verenigde Staten. Vooral in Engeland genoot hij grote populariteit. Hij speelde voor koningin Victoria, bestudeerde Händels handschriften in de bibliotheek van Buckingham Palace en kreeg eredoctoraten toegekend van de universiteiten van Cambridge en Oxford.
In augustus 1921 gaf Saint-Saëns zijn laatste optredens in Frankrijk. Daarna vertrok hij naar zijn geliefde vakantieland Algerije. Daar overleed hij korte tijd later. Hij kreeg een staatsbegrafenis in Parijs.
Saint-Saëns schreef enkele opera's, maar vooral veel orkestwerken, waaronder drie symfonieën. Belangrijke werken zijn onder meer: Le carnaval des animaux (1866), Orgelsymfonie (1886) en Dance macabre (1874).
Olga Borodina zingt 'Mon coeur s'ouvre a ta voix' uit Samson et Dalila