(02 maart 1824 - 12 mei 1884)
De Tsjechische componist Bedrich Smetana werd op 2 maart 1824 in het Oost-Boheemse Litomyšl geboren. Zijn vader was bierbrouwer van beroep.
Al jong was hij een talentvol kind; hij speelde op vijfjarige leeftijd in een strijkkwartet en een jaar later debuteerde hij als pianist. Op achtjarige leeftijd componeerde hij zijn eerste muziekstuk. In 1843 verhuisde de familie Smetana naar Praag. Ondanks de aanvankelijke bezwaren van zijn vader ging hij aan het conservatorium van Praag studeren. Daar kreeg hij les in muziek en muziekliteratuur en maakte hij kennis met Franz Liszt die een goede vriend van hem werd en hem financieel ondersteunde. Liszt introduceerde hem ook bij de muziekuitgeverij Kistner.
In 1856 vertrok Smetana naar Göteborg in Zweden, waar hij dirigeerles en kamermuziekrecitals gaf. Hij werd er ook dirigent van het Philharmonische Gesellschaft. In 1859 keerde hij terug naar Praag. Vlak na zijn terugkeer overleed zijn vrouw en een jaar later hertrouwde hij. Hij ging nogmaals voor een jaar naar Zweden, maar kwam weer terug in 1861. In 1863 opende hij een muziekschool met als doel de Tsjechische muziek te promoten.
In 1866 werd Smetana dirigent van het Nationale Theater, om vooral Tsjechische opera's uit te voeren. In 1874 werd hij in korte tijd doof, maar hij ging ondanks zijn handicap door met componeren. Má Vlast werd grotendeels geschreven na zijn doof worden. Dit werk bestaat uit een zestal symfonisch samenhangende delen die ieder afzonderlijk een thema van de Tsjechische geschiedenis of de schoonheid van het landschap verklanken.
Zijn Eerste Strijkkwartet, Uit mijn leven, is een autobiografisch werk dat de tinnitus uitbeeldt waaraan hij tijdens zijn doofheid leed. Als gevolg van syfilis werd Smetana in 1883 geestesziek en hij werd in mei 1884 in een psychiatrische kliniek in Praag opgenomen, waar hij een jaar later op 60-jarige leeftijd is overleden.
Smetana staat bekend als de eerste componist die muziek met een specifiek Tsjechisch karakter componeerde. Veel van zijn opera's zijn gebaseerd op Tsjechische thema's, met als bekendste De verkochte bruid uit 1866. Hij gebruikte veelal Tsjechische dansritmes en zijn melodieën hebben wel wat weg van volksliedjes. Smetana heeft zich in de keuze van zijn thema's ook laten inspireren door belangrijke gebeurtenissen uit de Tsjechische geschiedenis. Zo realiseerde hij in 1867 Dalibor, gebaseerd op de lotgevallen van de gelijknamige ridder die tot aan zijn dood zat opgesloten in een toren van de Praagse burcht. In 1881 ging zijn opera Libuse bij de opening van het Nationaal theater in première. Volgens de sagen is Libuse de stammoeder van de Premysliden. Kijkend vanaf het hooggelegen Vysehrad naar de overkant van de Moldau, in de richting van het latere Hradcany sprak zij: 'Voor mijn ogen rijst aan weerszijden van de Moldau een stad met kastelen en torens. Zij draagt een koningskroon en haar roem zal tot aan de sterren rijken'.Dat thema maakt dat de opera voor de Tsjechen zeer belangrijk is. Bij officiële gebeurtenissen wordt dit werk dan ook vaak opgevoerd.
Ouverture uit De verkochte bruid door hr-Sinfonieorchester o.l.v. Andrés Orozco-Estrada (hr-Sendesaal Frankfurt, 7 september 2023)