Componist: Bedrich Smetana
Librettist:
Michael Meschke
Josef Wenzig
Première: 18-05-1868 te Praag
De Tsjechische ridder Dalibor staat terecht voor de moord op de burggraaf van Ploskovice, de moordenaar van zijn vriend, de violist Zdeněk. Tijdens deze zitting raakt Milada, de zus van de burggraaf hopeloos verliefd op Dalibor. Zij besluit hem te redden uit zijn levenslange opsluiting. Zij slaagt er met de nodige vermommingen in bij Dalibor te komen, samen met de viool van Zdeněk.
Een ontsnapping mislukt en in een laatste poging Dalibor te redden, raakt Milada dodelijk gewond en sterft in de armen van Dalibor die daarna zichzelf van het leven berooft.
(Er bestaat ook een alternatief einde waarin Dalibor al ter dood veroordeeld is voordat Milada hem kan redden.)
Dalibor speelt zich af tijdens de heerschappij van Vladislav II, koning van Bohemen van 1456-1516. Het verhaal is gebaseerd op een romantische legende over een ridder die in gevangenschap viool leerde spelen.
Smetana's derde opera is een romantische tragedie, waarin de handeling vooral gedirigeerd wordt door passies: eerst willen Dalibor zijn vriend Zdeněk en Milada haar broer wreken om er dan later achter te komen hoeveel ze voor elkaar voelen.
De première was niet geen groot succes maar vanaf 1886 werd de opera "herontdekt" met ruim 1100 voorstellingen in de Nationale Opera. En begon ook de zegetocht door de rest van Europa. Onder meer met een opvoering in 1897 in Wenen onder leiding van Gustav Mahler die een groot bewonderaar van het werk van Smetana was.