(29 oktober 1733 - 29 oktober 1803)
Soms blijkt niet een componist maar een bibliothecaris de loop van de muziekgeschiedenis danig te kunne beïnvloeden. Een mooi voorbeeld daarvan is baron Gottfried van Swieten. Geboren in Leiden maar als kind naar Wenen verhuisd omdat zijn vader lijfarts werd van keizerin Maria Theresa.
Gottfried kreeg een opleiding tot diplomaat en werkte enige jaren voor het Habsburgse Keizerrijk op diverse plaatsen in Europa, tot hij in 1777 bibliothecaris van de Keizerlijke Bibliotheek in Wenen werd. Hier introduceerde hij het systeem van catalogiseren op basis van een losse kaartjes. Maar zijn grootste verdienste was toch wel zijn liefde voor de muziek. Hij onderhield contacten met tal van musici waarvan de namen van Mozart, Haydn en Beethoven nu nog het meest in het oog springen.
Juist bij Van Swieten thuis leerde Mozart de werken van Johann Sebastian Bach kennen uit manuscripten die Van Swieten tijdens zijn diplomatenverblijf in Berlijn had verzameld. Tijdens deze zondagse bijeenkomsten herontdekten ze het werk van Händel. Op verzoek van Van Swieten bereidde Mozart diverse werken voor een heropvoering in Wenen voor (waaronder de Messiah en Ode for St Cecilia's Day, waarvoor Van Swieten speciaal het Gesellschaft der Associierten oprichtte. De bestudering van deze barokcomponisten heeft zijn weerslag gehad op het werk van Mozart (te horen in onder meer de Mis in c en Die Zauberflöte.
Zodra Haydn zich na zijn lange dienstverband op bij de Esterhazy's kon terugtrekken in Wenen, probeerde Van Swieten ook hem bij zijn projecten te betrekken. Niet alleen dirigeerde Haydn voor het Gesellschaft der Associierten, hij schreef ook nieuw werk voor het gezelschap. Van Swieten schreef de libretti voor de oratoria Die Schöpfung en Die Jahreszeiten.
Ook Beethoven kwam bij Van Swieten over de vloer, waar hij muziek van Händel en Bach leerde kennen. De baron ondersteunde Beethoven tijdens diens eerste jaren in Wenen. Beethoven droeg zijn eerste symfonie dan ook op aan Van Swieten.