Componist: Gaetano Donizetti
Librettist:
Eugène Scribe
Première: 13-11-1843 te Parijs
Dom Sébastien, koning van Portugal, gaat samen met dichter Camoëns op kruistocht. Groot-inquisiteur Dom Juam hoopt tijdens de afwezigheid van de koning het land te kunnen overleveren aan Spanje. Het vertrek van de koning wordt opgehouden door de mooie Zayda die op last van Dom Juam naar de brandstapel geleid wordt. Dom Sébastien weet dat te voorkomen en belooft haar terug te brengen naar haar vader in Afrika.
Eenmaal thuis moet Zayda van haar vader trouwen met stamhoofd Abayaldos. Zij houdt echter van koning Dom Sébastien. Zij weet hem ook te redden op het slachtveld. Zij belooft Abayaldos met hem te trouwen als hij de vreemdeling, wiens identiteit Zayda verborgen houdt, in leven laat.
Terug in Portugal doet Camoëns een poging de macht aan zijn koning terug te geven. Abayaldos, ook in Lissabon, herkent zijn logé en denkt dat deze de boel bedriegt waarop Dom Juam de koning arresteert.
Zayda moet uitleg geven en zij verklaart dat de vreemdeling werkelijk Dom Sébastien is en dat zij van hem houdt. Hierop veroordeelt Dom Juam hen beiden tot de dood. Dom Sébastien kan hun leven redden door af te zien van zijn macht. Ondanks heldhaftige pogingen van Camoëns zijn koning te redden, worden Dom Sébastien en Zayda koelbloedig door Dom Juam gedood.
Deze Franse opera was beslist geen fiasco, zoals dikwijls beweerd wordt, maar vond zowel in Parijs als in de provincie een enthousiast onthaal bij het publiek. Het negatieve oordeel van enkele critici kon dan ook niet verhinderen, dat het werk in de eerste vier weken na de première twaalf maal werd opgevoerd, elke keer onder grote bijval, vooral de laatste akte. In de tweede helft van de 19e eeuw verdween de opera echter geleidelijk van het repertoire.
Giuseppe Sabbatini zingt een aria uit Dom Sébastien