(29 november 1797 - 08 april 1848)
Gaetano Donizetti werd op 29 november 1797 geboren in Bergamo in een eenvoudig gezin waarin muzikaliteit nauwelijks een rol speelde. Alleen zijn oudere broer Giuseppe zou ook musicus worden.
Donizetti begon zijn opleiding bij Johann Simon Mayr, die zelf een vernieuwend en succesvol componist was. Toen hij ouder werd studeerde Donizetti aan het Liceo Filarmonico te Bologna, waar hij een grondige theoretische opleiding kreeg van Mattei Stanislao, die later ook Rosinni zou onderwijzen.
Donizetti stond al snel bekend om het grote gemak waarmee hij melodieën en complete composities uit de pen liet vloeien met een bekwaamheid die aan Mozart deed denken. Vanaf 1818 begon hij - aanvankelijk zonder opdracht - opera's te schrijven. Met zijn eerste opera Enrico di Borgogna behaalde hij succes in Venetië, waardoor hij daarna in heel Italië steeds vaker uitgevoerd werd.
Met zijn opera Anna Bolena (1830) brak hij definitief door in Italië. Anna Bolena kan getypeerd worden als de eerste belangrijke Romantische Italiaanse opera. L'elisir d'amore (Milaan, 1832) was het volgende succesvolle meesterwerk, gevolgd door Lucia di Lammermoor. Hij verbleef vele jaren in Napels, waar hij zowel bestuurlijke functies uitoefende als harmonieleer doceerde.
Nadat hij al drie kinderen verloren had, stierf in 1837 ook zijn vrouw. Hij vertrok uit Napels en ging naar Parijs, waar zijn opera's La Fille du regiment, Don Pasquale en Les Martyrs geschreven werden.
Alles bij elkaar schreef hij tijdens zijn leven 75 opera's, 16 symfonieën, 19 strijkkwartetten, 193 liederen, 45 duetten, 3 oratoria, 28 cantates, soloconcerten, sonates en kamermuziek.
Hij overleed op 8 april 1848 en werd begraven in zijn geboortedorp.