Componist: Richard Strauss
Première: 03-05-1899 te Frankfurt
In juli 1898 schrijft Strauss vanuit Beieren: 'Omdat Beethovens Eroica vandaag de dag zo impopulair is bij onze dirigenten en dus zelden wordt uitgevoerd (Straussische ironie, nauwelijks delicaat) vul ik de leegte op met een toongedicht van aanzienlijke lengte over een soortgelijk thema. Het is getiteld Ein Heldenleben, en hoewel het geen dodenmars heeft, heeft het wel veel hoorns, hoorns zijn heel geschikt om heldhaftigheid uit te drukken. Dankzij de gezonde plattelandslucht is mijn schets goed gevorderd en ik hoop dat ik op nieuwjaarsdag klaar ben'. En zo geschiedde: op 27 december 1898 was Strauss klaar.
Intussen is veel gezegd en geschreven over wat er allemaal zou plaatsvinden in de zes episodes waar Ein Heldenleben uit bestaat. Maar Strauss gaf geen verhaal mee, slechts zes titels: Der Held - Des Helden Widersacher - Des Helden Gefährtin - Des Helden Walstatt - Des Helden Friedenswerke - Des Helden Weltflucht und Vollendung. Strauss componeerde een zeer persoonlijk document over zijn artistieke leven.
In oktober 1898 was Richard Strauss te gast bij het Concertgebouworkest in Amsterdam om er zijn Also sprach Zarathustra’ te dirigeren. Hij was verrukt over de klank en werkwijze van het orkest: in een brief aan zijn vader noemde hij het ‘de grootste triomf in mijn carrière’. Daarom droeg hij zijn juist voltooide Ein Heldenleben op aan het orkest en aan dirigent Willem Mengelberg.