Componist: Gioachino Antonio Rossini
Librettist:
Hippolyte Bis
(Victor-Joseph) Etienne de Jouy
Première: 03-08-1829 te Parijs
Guillaume Tell vertelt het verhaal van de legendarische Wilhelm Tell die in de 13e eeuw droomt van een autonoom land, bevrijd van de Habsburgse overheersing. De landvoogd Gessler dwingt Wilhelm Tell een appel van het hoofd van zijn zoon te schieten. De proef lukt maar Tell laat weten een extra pijl voor Gessler bij zich te hebben voor het geval de opdracht zou mislukken. Tell wordt gevangen genomen en zijn zoon beseft dat hij de vrijheidsstrijd moet leiden.
Met Guillaume Tell schreef Rossini zijn meest romantische opera naar het toneelstuk van Schiller. De legendarische Zwitserse vrijheidstrijder Wilhelm Tell sprak ten tijde van de Franse revolutie sterk tot de verbeelding. De librettisten zijn er opvallend goed in geslaagd de complexiteit van Schillers drama in stand te houden.
Rossini wist zijn opera op zeer bevredigende wijze te modelleren naar de regels van de kersverse grand opera. De grand opera was een groots opgezet spektakelgebeuren, verdeeld over (meestal) vijf aktes, met een groot aantal hoofdpersonen, een flink aandeel voor het koor en minstens één uitgebreid ballet. Dankzij die lengte kon het complexe plot van Schillers toneelstuk grotendeels in de opera gehandhaafd blijven.
Schiller openbaart zich in Wilhelm Tell als een ras-romanticus door onder andere het idealisme dat een grote rol in het verhaal heeft. In het stuk legt hij sterk de nadruk op de waarde van eenheid en van gezamenlijke inspanning. Niet minder kenmerkend voor het romantische kader is de grote rol die de natuur speelt in het leven van de mensen. Magische stormen en kenmerken van het Zwitserse landschap zijn factoren die meespelen in de handeling van het drama.