(19 oktober 1764 - 04 september 1846)
Met 17 jaar verliet Jouy als soldaat Frankrijk, op weg naar Nieuw-Guinea. Daarna werkte hij een aantal jaar als officier in India. Toen hij in 1790 terug keerde naar huis, viel hij midden in de revolutie. Aanvankelijk deed hij nog in volle overtuiging mee, maar uiteindelijk besloot hij dat er voor hem in het leger geen toekomst was weggelegd. Hij nam ontslag om zich verder geheel aan literaire zaken te kunnen wijden.
Jouy schreef zowel in het lichte genre (komedies) als in het zware genre (tragedies). Hij wist daarbij altijd de geliefde traditionele vormen te combineren met de eeuwige hang naar iets nieuws. Dus introduceerde hij bijvoorbeeld drama's met Romeinen in Gallië.
Ook in zijn libretti wist Jouy vaak indrukwekkende scènes te verzinnen: 15e-eeuws Granada in Les abencérages van Cherubini, Mexico in Fernand Cortez van Spontini, of India in Les Bayadères van Catel.
Jouy was ook verantwoordelijk voor de Franse revisie van Mose en voor Guillaume Tell, beide van Rossini.