Componist: Jacques Offenbach
Librettist:
Paul Jules Barbier
Michel Carré
Première: 10-02-1881 te Parijs
Het libretto volgt het toneelstuk, dat Jules Barbier en Michel Carré in 1851 schreven op basis van drie korte verhalen van E.T.A. Hoffmann. Hoffmann wordt geportretteerd als deelnemer in drie van zijn eigen verhalen: Der Sandmann, Rath Krespel, en Das verlorene Spiegelbild. Zijn zedelijk en geestelijk verval wordt zichtbaar in het verhaal van drie elkaar opvolgende liefdesgeschiedenissen: lichtzinnig gedweep met een mechanische pop Olympia, echte maar gedwarsboomde liefde met de zangeres Antonia, passief getalm met de courtisane Giulietta. Deze geschiedenissen vormen drie van de vijf bedrijven. In de proloog en epiloog treedt Hoffmann op als verteller van deze verhalen, terwijl hij wacht op de prima donna Stella, die uiteindelijk een combinatie is van zijn drie eerdere liefdes. En tegelijk wordt zijn voortdurende metgezellin Nicklausse onthuld als zijn muze van de poëzie. Zijn vijand Lindorf (die net als Hoffmann in alle bedrijven in een ander gedaante voorkomt) verlaat de taveerne met Stella aan zijn arm, terwijl Hoffmann vlucht in dronkenschap.
Jacques Offenbach is vooral bekend als componist van de Franse operette, maar hij schreef aan het eind van zijn leven één opera: de welbekende Les contes d'Hoffmann oftewel Hoffmann's Erzählungen. Het personage Hoffmann vertelt op een fantastische, tragikomische manier over zijn liefdesaffaires met drie verschillende vrouwen: Olympia, Giulietta en Antonia. In elk verhaal duikt zijn rivaal Lindorf op, een soort duivelsfiguur, die hem het leven zuur maakt. Tenslotte blijft Hoffmann alleen achter.