Componist: Franz Joseph Haydn
Librettist:
Carlo Goldoni
Première: 24-09-1768 te Esterháza
Alleen uit liefde voor de mooie Grilletta werkt de zachtaardige jonge Mengone in de apotheek van haar voogd Sempronio. Sempronio heeft niets anders aan zijn hoofd dan het laatste nieuws uit de hele wereld, behalve dan dat ook hij heel erg met Grilleatte zou willen trouwen, niet in de laatste plaats vanwege haar bruidsschat. En de rijke Volpino bezoekt de apotheek van Sempronio niet om medische redenen, Hij heeft eveneens een oogje op Grilletta.
Als de apotheker een huwelijk met Grilletta probeert te sluiten, verkleden zijn rivalen zich als notaris en zetten ze hun naam in het huwelijkscontract. De fraude wordt natuurlijk ontmaskerd, maar in plaats van op te geven, raakt Volpino verstrikt in een nog huiveringwekkender leugen: hij verschijnt als een rijke Oriëntaalse die Sempronio een hoogbetaalde positie belooft, ver weg van Grilletta. Maar Mengone en Grilletta hebben zo hun eigen oplossingen voor deze verwikkelingen.
Het libretto voor Lo speziale schreef Goldoni aanvankelijk voor een groep rondreizende buffa-opera zangers. Voor Haydn heeft iemand (mogelijk Carl Friberth die in Esterháza de rol van Sempronio zong) het libretto aanzienlijk ingekort tot alleen de verwikkelingen rond Grilletta en haar drie aanbidders resteerden.
Haydn schreef deze 'opera buffa' ter gelegenheid van de opening van het theater op paleis Esterháza in 1768. Hij hield daarbij goed rekening met de voorkeuren van zijn werkgever, prins Nikolaus Esterházy: een 'opera buffa' in drie actes over een stel jonge geliefden, aan de vooravond van hun huwelijk.
De manier waarop Haydn de figuur van Volpino in de laatste acte coloristisch (Oriëntaalse) effecten in de muziek meekrijgt, lijkt rechtstreeks vooruit te wijzen naar Die Entführung aus dem Serail van Mozart.
In de Duitse vertaling van Robert Hirshfeld in de 19e eeuw kreeg de opera onder de titel Der Apotheker een tweede leven.
Duet van Grilletta en Mengone uit Lo speziale olv Jan Willem de Vriend, in regie van Eva Buchman