Componist: Ruggero Leoncavallo
Librettist:
Ruggero Leoncavallo
Première: 21-05-1892 te Milaan
De opera begint met een proloog waarin Tonio het artiestenleven bezingt en verklaart dat achter de schijn van de rol het echte mensenleven zich afspeelt.
Na deze proloog trekt een groepje rondreizende komedianten een dorp binnen. Tijdens de voorbereidingen voor de voorstelling verklaart Tonio zijn liefde aan Nedda, de vrouw van de zeer jaloerse Canio. Nedda heeft echter afgesproken met Silvio, een boer uit de omgeving. Tonio luistert hun gesprek af en verraadt aan Canio hun plan om er vandoor te gaan.
Dan begint de voorstelling en Canio kan Silvio niet meer ter verantwoording roepen. Nedda ziet echter wel kans om Silvio te waarschuwen voor de toorn van Canio. In de voorstelling speelt Nedda de kokette Colombine die Canio als Paljas bedriegt met Bebbo, de Harlekijn. Canio is zo jaloers dat hij de scheiding tussen realiteit en spel uit het oog verliest. Hij vermoordt Nedda op het toneel. Als Silvio te hulp schiet, wordt ook hij het slachtoffer van Canio's jaloezie.
Dan wendt Canio zich tot het publiek en zegt: "De spel is uit."
Pagliacci is een prototype van de veristische opera uit 1892. Leoncavallo probeert in deze opera het eenvoudige, ware dagelijkse leven in muziek om te zetten. Dit in reactie op de historiserende opera’s enerzijds en Richard Wagners mythologische muziekdrama anderzijds. Het verhaal draait om de echtgenoot die zijn gefrustreerde, ontrouwe echtgenote om het leven brengt. Het werk ontleent zijn spanning vooral aan de confrontatie van het dagelijks leven met de kunstwereld van de commedia dell’arte. De haast symfonische intermezzi zorgen voor rustpunten in het geheel.
Lees meer over Pagliacci op ons blog.