Componist: Giuseppe Verdi
Librettist:
Francesco Maria Piave
Première: 11-03-1851 te Venetië
Rigoletto, hofnar van de lichtzinnige hertog van Mantua, bespot graaf Monterone, wiens dochter door de hertog verleid is, en wordt daarop zelf door Menterone vervloekt. Vermomd als een arme student maakt de hertog vervolgens Rigoletto's dochter Gilda het hof. Zij wordt door hovelingen met hulp van de nietsvermoedende Rigoletto ontvoerd en naar het paleis gebracht, waar zij eveneens verleid wordt. Rigoletto neemt dan de huurmoordenaar Sparafucile in de arm, die met behulp van diens zuster Maddalena de hertog naar zijn woning buiten de stad lokt, maar ook Maddalena zwicht voor de charmes van de edelman. Zij weet haar broer te overreden een ander in de plaats van de hertog te doden en Gilda, die dit gesprek afluistert, besluit zich voor de hertog op te offeren. Als Rigoletto de zak met het lijk naar de rivier sleept, hoort hij in de verte de stem van de hertog en ontdekt hij zijn stervende dochter in de zak. De vloek is in vervulling gegaan.
Verdi en zijn librettist Piave moesten heel wat moeite doen om het drama Le roi s'amuse van Victor Hugo door de censuur goedgekeurd te krijgen. In de eerste versie hadden zij koning Frans I al vervangen door de hertog van Mantua maar dat was niet genoeg. De vrijmoedigheid waarmee er over de liefdesperikelen werd gesproken en de vervloeking van Rigoletto waren slechts een paar van de "problemen" die Verdi en Piave moesten oplossen.
Verdi en Piave probeerden in ieder geval de basis van het verhaal te behouden en hebben zich vooral gericht op de dramatische ontwikkeling van de hoofdpersonen. Ook in muzikaal opzicht probeerde Verdi bij te dragen aan de dramatische ontwikkelingen. Zo wilde hij de klassieke indeling van een opera in aria's, recitatieven en duetten e.d. loslaten ten gunste van één doorlopende muzikale lijn. Een ontwikkeling die vergelijkbaar is met de ontwikkeling van Wagner muziekdramatische oeuvre.
Renato Bruson in 'Cortigiani vil razza dannata' uit Rigoletto