Componist: Pjotr Iljitsj Tsjaikovski
Première: 06-12-1892 te Sint-Petersburg
In 1886 benoemde de Kamermuziekvereniging van Sint-Petersburg Tsjaikovski tot erelid. Als dank beloofde de componist een werk te schrijven voor de Kamermuziekvereniging. Natuurlijk was men zeer verguld met deze belofte maar de leden moesten er wel even op wachten. Tsjaikovski zette weliswaar een jaar later al de eerste schetsen op papier voor een sextet, maar duurde nog tot 1890 tot hij het sextet daadwerkelijk schreef. Het schrijven voor een sextet met een bezetting van twee violen, twee altviolen en twee celli kostte de componist de nodige denkkracht; er zijn niet veel voorbeelden waaraan Tsjaikovski zijn eigen ideeën kon toetsen. En blijkbaar was het nodig eerst de Vijfde Symfonie en de opera Schoppenvrouw af te ronden alvorens daadwerkelijk aan het componeren te beginnen.
De titel Souvenir de Florence duidt op de heftige eerste maanden van 1890 die Tsjaikovski in Florence doorbracht. Hier voltooide hij Schoppenvrouw, waar hij enerzijds zeer tevreden over was maar anderzijds ook zeer ontdaan vanwege de zelfmoord van het operapersonage Hermann. Iets van het gemoed van Tsjaikovski is ook in het sextet terug te horen. De wijze waarop het eerste viool het werk opent, de dramatiek van het eerste deel dat via het tweede deel langzaamaan plaats maakt voor meer ontspanning omschreef Tsjaikovski zelf als volgt: 'Het eerste deel moet gespeeld worden met passie en met steeds stuwend karakter. Het tweede licht zangerig. Het derde schertsend en het vierde blij en vastberaden.'