Componist: Ludwig van Beethoven
Première: 22-12-1808 te Wenen
Het zijn misschien wel de bekendste vier noten uit de klassieke muziekgeschiedenis, de begintonen van de Vijfde Symfonie van Beethoven. 'So pocht das Schicksal an die Pforte', zo zou Beethoven er zelf over gezegd hebben. Nu komt deze bewering uit een zeer onbetrouwbare bron, dus of Beethoven dat echt gezegd heeft, is maar zeer de vraag. Het leidde er wel toe dat de symfonie de bijnaam Noodlot kreeg.
Voor de mensen die op een koude decemberavond van 1808 naar de première van de Vijfde Symfonie luisterden, moet dit begin evenwel een schok zijn geweest. Zij die al eerder naar de Derde Symfonie hadden geluisterd, en op dezelfde avond ook de première van de Zesde Symfonie hadden gehoord, wisten dat Beethoven bezig was de omvang van de symfonie goed op te rekken en expressiviteit flink te vergroten. Maar dat het zo bruusk zou zijn, zullen weinigen vooraf bevroed hebben: een openingsmotief dat eigenlijk geen thema is maar louter ritme.
Hierin is overigens wel de invloed te horen van Haydn die er meester in was een klein motief te laten uitgroeien tot een heel deel.
Het openingsmotief van de Vijfde Symfonie speelt niet alleen in het eerste deel een rol, maar ook in het derde deel en in de finale. Invloed van Haydn dus, maar dan op een volstrekt eigenzinnige manier vorm gegeven.
En er is meer Haydn. Het tweede deel heeft de favoriete vorm van Haydn: een variatiereeks met twee thema's waarop beurtelings gevarieerd wordt. Het derde deel, waarin het beginmotief weer terugkomt, is humorvol en vol voortstuwende lijnen tot het plots stil houdt met pizzicato in de strijkers en heel zacht paukengeroffel. Dit blijkt de inleiding te zijn voor een magistrale en stralende finale waarvoor Beethoven trombones en een piccolo (een nieuw fenomeen) orkestreerde.
Wat Beethoven bedoeld moge hebben met zijn Vijfde Symfonie, valt niet meer te achterhalen. In elk geval laat de symfonie één beweging horen van donker (het begin in c-mineur) naar het licht (de finale in C-groot).