Vioolconcert in d, WoO 23 (concert)

Componist: Robert Schumann

Première: gecomponeerd in 1853, 26 november 1937 in première gegaan te Berlijn

Korte inhoud

Zijn enige vioolconcert schreef Robert Schumann eind september 1853, in een periode dat het relatief goed met hem ging, alhoewel zijn post in Düsseldorf problemen opleverde. Hoe het ook zij, het was ook een vruchtbare periode: Schumann had net ook zijn Fantasie voor viool en orkest voor de violist Joachim afgerond en een vioolarrangement van zijn Celloconcert gemaakt. De geplande opvoering in oktober 1853 ging niet door: het Düsseldorfer Konzertkomitee van het Niederrheinischen Musikfestival gaf geen toestemming.

Een doorloop van het Vioolconcert in januari 1854 in Hannover met de Hofkapelle onder leiding van Joachim zelf verliep niet naar ieders tevredenheid. Joachim verontschuldigde zich later per brief bij Schumann over de repetitie. Bij het dirigeren van zijn orkest had hij zijn arm 'ermüdet'. Joachim herinnerde Schumann wel aan het plezier dat ze samen aan vooral het derde deel met de polonaises beleefd hadden. Maar tot een première kwam het niet.

Sterker nog, toen Schumann een maand later een zelfmoordpoging deed en de rest van korte leven in een mentale crisis doorbracht, besloot Clara Schumann het werk terug te trekken. Joachim gaf de partituur aan de Pruisische Staatsbibliotheek onder de voorwaarde dat het pas 100 jaar na overlijden van Schumann gepubliceerd mocht worden. Ook de dochter van Schumann persisteerde in het niet-publiceren.

Het is dankzij de inspanningen van de Hongaarse violiste Jelly d'Aranyi, een achternichtje van Joachim, dat het werk 'al' in 1937 in première kon gaan. Jelly d'Aranyi beriep zich op het feit dat zij een spirituele boodschap van Schumann had ontvangen.

Baiba Skride speelt het Vioolconcert in d van Schumann