In gesprek met Wagner

door Marlies Geurts

‘En hóe lang ben je daar bij Musico nu al reisleidster?’ Richard Wagner keek de vrouw naast hem vanonder zijn pet en wenkbrauwen (zelf omschreef hij ze graag als ‘borstelig’…) aan.

De vrouw hield nadenkend het hoofd schuin en staarde het park in. Ze was even gaan zitten op een bankje in het park aan de Willy Brandtplatz, vlakbij de Oper Frankfurt. Even pauze, onderweg van het ene karweitje naar het andere. Karweitjes die je nou eenmaal te doen hebt als reisleidster: even naar een restaurant waar je morgen gaat eten, om te kijken of alles klopt. Even een stukje van de looproute van vanavond vóórlopen, zodat je niet in het donker uit de opera komt en met een kaartje in je hand zegt op een vraag van een gast waar nu naar toe: ‘ehhh…’. Even…
Het doen van die karweitjes leverde soms op dat je twintig minuten tijd had om ‘even’ op een bankje te zitten.

Richard Wagner
Richard Wagner

Wagner begon ongeduldig heen en weer te schuiven op zijn plek, zou ze in slaap zijn gevallen, de reisleidster die op ‘zijn’ bankje was gaan zitten?

Ze keek hem aan. ‘Eind 2013,’ zei ze, ‘ruim twee eeuwen nadat jij, pardon u, geboren werd…’
‘En het is nu 2019,’ zei Wagner. Hij wilde demonstreren dat hij wel degelijk bij de tijd was, “en je bent nog steeds niet naar een opera van mij geweest, laat staan naar de hele Ring’…’
‘Nee,’ piepte de reisleidster en ze leek nog iets meer te krimpen… ‘en ook niet naar de hele Matthäus …’
Wagner schrok en schudde zijn hoofd, ‘Het is maar goed dat collega Johann Sebastian dit niet hoort,’ zei hij, ‘hij zou zich omdraaien in zijn graf..’
‘Hetgeen in deze situatie dan wel weer een leuke woordspeling is,’ grinnikte de reisleidster, niet in staat haar gevoel voor humor uit te zetten. ‘U bent beiden samen al zowat een half millennium dood, van dat draaien in het graf zal het wel niet meer komen… ‘
Zijns ondanks grinnikte Wagner mee, hij had wel degelijk ook gevoel voor humor, al werd hem tijdens zijn leven wel eens verweten dat niet te hebben…

‘Nee, maar nou alle gekheid op een stokje… dat kan natuurlijk niet, hoe komt dat nou? Klassiek zangeres zijn, stukkies erover schrijven, met mensen naar allerlei opera’s en concerten gaan en nog nooit naar een Wagner-opera geweest en niet naar de Matthäus van Bach, die toch het centrum van de klassieke muziek is, of althans, beweert te zijn…’ Wagner slaagde er nauwelijks in de aanmatigende toon in zijn woorden te onderdrukken, hij leed niet aan valse bescheidenheid.

De reisleidster richtte zich op, werd ineens even de Prima Donna die ze nooit geworden was…
‘Uw collega’s Verdi, Puccini en Mozart hielden me voldoende bezig,’ zei ze. ‘Geloof het of niet: je kunt een leven lang zingen en spelen en van alles vinden van klassieke muziek, zónder naar Der Ring des Nibelungen’ te zijn geweest. Ik vond het te lang, te geconstrueerd, te symbolisch, te..’ Ze aarzelde even, ‘… Arisch…  En ik heb losse stukken van uw repertoire veel gehoord en zeer gewaardeerd.’
‘Losse stukken? vroeg Wagner, hij kon zich niks voorstellen bij de term.
”Ja,’ zei de reisleidster, ‘als Bryn Terfel O du mein holder Abendstern zingt, hou ik het niet droog en Isoldes Liebestod’ heb ik nooit kunnen zingen, ik was meteen in tranen en van de Walkürenritt krijg ik energie en de Siegfried Idyll vind ik prachtig!”

Wagner knapte op, misschien kon hij er toch nog eentje binnen hengelen, in zijn Ring
‘Ik weet het goed gemaakt,’ zei hij, en keek haar recht aan: ‘op 14 april is er in het Aalto-theater in Essen een voorstelling waarin zo’n moderne jongen mijn hele Ring heeft ingekort tot een voorstelling van drie uren. Ga die maar eens bekijken en dan zien we daarna verder… Wie weet waar het toe leidt. En als je dan toch die kant op gaat, kun je meteen in de bus luisteren naar de inleiding van je collega en koffie en thee en een wijntje schenken voor je gasten.’ Hij lachte nu voluit om haar verbaasde gezicht.
‘Jahaaa, jij dacht dat ons van alles ontging in deze moderne wereld, maar dat valt reuze mee.’

Het wekkertje van mijn telefoon tinkelde. Ik schoot uit mijn half-slaapje en keek opzij, geen Richard Wagner naast me natuurlijk. Alleen een kind dat met een bal speelde en een mager lentezonnetje dat voelbaar op mijn knieën was.

Er is nog plaats in de bus op 14 april, ga mee en leer. Ik schenk u een koffie of thee’tje op de heen- en een wijntje op de terugweg. En dan hebben we het er nog eens over…

[26 februari 2019]

Der Ring an einem Abend – 14 april in het Aalto-Theater in Essen