(16 november 1895 - 28 december 1963)
Omdat zijn vader niet mocht, moest Hindemith musicus worden, tegen wil en dank. Het leidde tot een breuk tussen vader en zoon toen Hindemith 19 jaar was maar vader Hindemith had wel zijn zin gekregen. Hindemith bleek een musicus in hart en nieren.
Hoezeer zijn stijl in de loop der decennia ook evolueerde van laat-romantisch, naar expressionistisch, naar de muzikale equivalent van de Nieuwe Zakelijkheid en de de naoorlogse experimenten met serialisme, Hindemith is de principes van het Neoclassicisme altijd trouw gebleven. Het gebruik van oudere technieken en vormen en een praktijk gericht componeren (ook veel voor amateurs) zijn elementen die het gehele - zeer diverse - oeuvre van Hindemith kenmerken.
Tijdens de periode van de Nieuwe Zakelijkheid in de jaren '20 waarin verlangd werd dat componisten in hun werk een verband legden met de maatschappij, schreef Hindemith in een idioom van simpele motieven die ritmisch vrij uniform herhaald werden.
Aan het begin van de jaren '30 groeide bij Hindemith een sympathie voor een meer gevoelsmatige benadering van de muziek. In zijn werk betekende dit een nieuwe, melodieuze componeerstijl.
Zijn reactie op de machtsovername van Hitler verwerkte Hindemith in Mathis der Maler. Niet de landspolitiek maar de kunst is het eigenlijke werkterrein van de kunstenaar. Het mocht niet baten. Zijn muziek werd "entartet" en Hindemith vluchtte uiteindelijk naar de Verenigde Staten. Hier werd hij wel gewaardeerd, niet alleen als componist maar ook als docent en in toenemende mate om zijn historisch verantwoorde concerten.
Niet iedereen zag in die naoorlogse jaren de kracht van Hindemiths werk. Toen zijn muziek tijdens een zomercursus in Darmstadt als "oud ijzer" werd bestempeld, reageerde Hindemith ad rem met de opmerking: "de muziekgeschiedenis zit vol met dergelijk oud ijzer, dat langer standhoudt dan de nieuwe drek".