(15 mei 1567 - 29 november 1643)
De Italiaanse componist Claudio Monteverdi werd in 1567 geboren in Cremona. Hij begon als koorknaap in de kathedraal van Cremona. Monteverdi was een leerling van Ingegneri, die de kapelmeester was van deze kathedraal. Monteverdi leerde de contrapuntische stijl voortreffelijk beheersen, zoals zijn eerste composities bewijzen. Hij kwam in dienst bij het hof van Mantua als zanger en violist. Hij begeleidde de hertog op diens reizen naar Hongarije en Vlaanderen. In 1601 werd Claudio Monteverdi maestro di cappella. Hij bekleedde deze functie tot 1612. Een jaar later werd hij aangesteld bij de San Marco in Venetië in dezelfde functie; hij vervulde dit ambt tot aan zijn dood.
Ondanks zijn kerkelijke betrekking ligt de historische betekenis van Monteverdi op het gebied van de opera. Als muziekdramaticus knoopte hij aan bij zijn Florentijnse voorgangers: Peri en Caccini. Voorbeelden van deze stijl, die zich toelegde op een expressief recitatief, geven de Lamento (klacht) uit Arianna (1608) en het verhaal van de 'messagiere' uit L'Orfeo (1607). Naar huidige normen gerekend is deze jammerklacht muzikaal nog vrij eenvoudig, maar in de eenvoudige melodieën en harmonieën hoort men een zuiver en edel gevoel, dat volkomen past bij de dramatische situatie. In de daarop volgende opera`s ontwikkelde de muziek voor de hoogtepunten van het drama zich tot arioso-achtige episodes, die als voorlopers van de aria`s der volgende generaties een ontwikkelingsfase betekenen. Dat zulke arioso ons veel nader staan, bewijst het wiegelied van Arnalta uit L'incoronazione di Poppea, zijn laatste opera, geschreven toen hij 75 jaar oud was! Monteverdi schreef verders veel Missen en motetten in kunstige koorstijl. Het hoogtepunt van zijn geestelijke composities vormt Vespro della Beata Vergine uit 1610.
Gedeelt uit L'Orfeo van Claudio Monteverdi