(27 april 1891 - 05 maart 1953)

Sergej Prokofjev werd geboren op 23 april 1891 in Sontsovks, Oekraïne. Hij begon met pianospelen toen hij drie was en componeerde zijn eerste opera op zijn negende. Hij studeerde aan het conservatorium in St. Petersburg bij Reinhold Gliere en Nikolai Rimsky-Korsakov en werd daar opgeleid tot dirigent, pianist en componist.

Na zijn studie tijd reisde hij enige tijd door Europa en trad veelvuldig op als pianist. Hij werkte in Londen samen met Diaghilev en schreef in 1917 zijn Klassieke Symfonie. Ook bezocht hij de Verenigde Staten. In 1919 componeerde hij in opdracht van de Opera van Chicago de opera De liefde van de drie sinaasappelen.

Van 1920 tot 1933 woonde en werkte hij in Parijs. in 1933 keerde hij terug naar Rusland, waar hij onder meer balletmuziek voor Romeo en Julia en het veel uitgevoerde Peter en de wolf componeerde. Op 5 maart 1953 overleed hij in Moskou.

Ondanks dat hij geen echte vernieuwer was, werd hij beschouwd als één van de belangrijkste Russische componisten van de twintigste eeuw. In de vorm van zijn werken hield hij zich meestal streng aan de klassieke voorbeelden; zijn harmoniek is, expressieve dissonanten en incidentele bitonaliteit daargelaten, gericht op de klassieke tonaliteit. Uitgesproken neoclassicistisch is hij alleen in zijn populaire Klassieke Symfonie.