(25 september 1906 - 09 augustus 1975)
Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj werd in Leningrad (Sint-Petersburg) geboren op 25 september 1906, als zoon van muzikaal zeer begaafde ouders. Al op 11-jarige leeftijd begon hij met componeren. Met zijn 1e symfonie (1926) verkreeg hij veel bewondering en het leek hem de jaren dertig erg voor de wind te gaan.
Tijdens het regime van Stalin kwam daar van de ene op de andere dag verandering in: Sjostakovitsj' muziek was 'formalistisch'. Zijn werk werd afgekeurd, omdat het geen herkenbare en toegankelijke muziek was en daardoor ongeschikt voor de massa. Sjostakovitsj werd openlijk uitgeroepen tot 'Vijand des Volks', wat meestal de dood of strafkamp tot gevolg had. Maar Stalin bepaalde tevens dat de componist niet gearresteerd mocht worden.
Nog verschillende keren heeft Sjostakovitsj
zich tijdens zijn leven bedreigd gevoeld door de
overheid, die om redenen van socialistisch realisme de esthetiek
van zijn muziek veroordeelde. Maar evenveel keren werd hij gerehabiliteerd en kreeg hij
bovendien talloze officiële onderscheidingen.
Bijna vier decennia lang heeft Sjostakovitsj zich een gevangene in eigen land gevoeld. Natuurlijk heeft dit zijn muziek beïnvloed. Om te kunnen overleven moest Sjostakovitsj zich wel aanpassen. Hij wist echter zijn muziek zodanig te componeren, dat hij weliswaar voldeed aan de (wisselende) eisen van de overheid, maar waarin hij tegelijkertijd zijn gevoelens kon uiten en soms op verborgen wijze kritiek uitte.
Ondanks alle moeilijkheden heeft Sjostakovitsj een groot oeuvre geschreven: met onder meer 15 symfonieën, 6 concerten, 5 opera's, 15 strijkkwartetten en een groot aantal orkestwerken en muziek voor toneel en film. Zijn muziek is altijd zeer intens, soms ronduit satirisch en op andere momenten met veel humor.
Eva-Maria Westbroek in Lady Macbeth van Mtsensk