Componist: Ambroise Thomas

Librettist: Paul Jules Barbier
Michel Carré

Première: 17-11-1866 te Parijs

Korte inhoud

Op de binnenplaats van een herberg ergens in Duitsland zingt minstreel Lothario zijn lied voor zijn publiek. Dan arriveert een groep zigeuners. Mignon moet dansen van zigeuner Jarno, maar ze heeft geen zin. Als Jarno haar met geweld tot dansen wil bewegen, redt student Wilhelm Meister haar van een bestaan zonder uitzicht. Wilhelm Meister is een opvallende verschijning: ook Philine, een rondtrekkende toneelspeelster, voelt zich tot hem aangetrokken of flirt althans met hem. Mignon vindt het verschrikkelijk en zoekt troost bij Lothario. Ze hoopt dat het kasteel waar Philine op dat moment een voorstelling geeft, afbrandt. De brand breekt inderdaad uit, maar net op het moment dat Mignon zich in het kasteel bevindt. Wilhelm Meister redt haar voor de tweede keer. Samen met Lothario trekken Wilhelm Meister en Mignon naar Italië waar Wilhelm Meister een kasteel wil kopen. Eenmaal aangekomen komen bij zowel Mignon als bij Lothario lang verdrongen herinneringen naar boven die de sleutel tot hun huidige bestaan vormen.

Toelichting

Ambroise Thomas had grote interesse in de wereldliteratuur. In 1850 had hij al A Midsummer Night's Dream op muziek gezet. De première van Gounods Faust in 1859 bleek een grote inspiratiebron voor Thomas. In 1866 ging in de Opéra-Comique Mignon in première, gebaseerd op Goethes Wilhelm Meisters Lehrjahre.
Mignon is ongetwijfeld een van Thomas beste opera's. De muziek is gracieus en charmant, ook in de tragische gedeelten en dat maakt het tot een aantrekkelijk werk. Omdat een goede afloop in de Opéra Comique een vereiste was, eindigt de opera niet met de dood van Mignon zoals in Goethes drama. Voor het Duitse publiek, dat de slechte afloop in het originele verhaal van Goethe goed kende, herschreef Thomas echter het einde: de komst van Philine veroorzaakt een dodelijke schok bij Mignon.