Peter t Hart

Mijn drie steekwoorden waren lange tijd: wiskunde, literatuur en klassieke muziek. Wiskunde heb ik gestudeerd, literatuur werd mijn minor (keuzevak) en klassieke muziek, daar ben ik ingedoken als examenvak op de middelbare school. Daar is het dus eigenlijk pas begonnen!

Al snel voegde ik toe: 'zwak voor opera', want ik ben steeds meer en meer opera’s gaan zien. In mijn studententijd huurde ik die vooral bij de bibliotheek, want op YouTube stonden ze nog niet. Toen ik alles gezien had van de bibliotheek Ede, waar ik ben opgegroeid, huurde ik ook alles van de bibliotheek Nijmegen, mijn studentenstad. En toen kwam ik er niet meer onderuit: nu moest ik als Einzelgänger toch echt naar het theater toe.

Opera heeft mijn sociale leven wel behoorlijk verrijkt. Ik bleek namelijk ook een goede stem te hebben en ben aan het eind van mijn studie gaan zingen als tenor. Van het één kwam het ander. Ik raakte betrokken bij de uitgeverij die de teksten en bladmuziek beheerde, dook een archief in van negentiende-eeuws materiaal, en werd recensent bij Place de l’Opera. Toen er gevraagd werd om een spreker voor de opera’s in Pathé - die live vanuit New York worden doorgestuurd, en zo zag ik ook mijn allereerste opera! - heb ik me opgeworpen en daar geef ik dus steevast inleidingen. In de zaal zaten reizigers van MUSICO Reizen en zo ben ik dan hier verzeild geraakt. Busreizen maak ik altijd heel graag, en anders ga ik wel alleen met de trein. De culturele hotspots van Europa heb ik vrijwel allemaal wel bezocht. Ik dacht dat je om reisleider te worden een rijbewijs nodig hebt, maar gelukkig voor mij blijkt dat bij MUSICO Reizen niet te hoeven.

Wat mij aanspreekt aan opera, is allereerst de behandeling van verhaal en personages. De literaire kant om het maar zo te zeggen. Vaak is een opera gebaseerd op een bekend toneelstuk of een vuistdikke roman en om er dan een opera-versie van te maken, moeten er slimme keuzes worden gemaakt. In de regel wordt er sterk gecomprimeerd en het verhaal tot de kern teruggebracht. Er zijn opera’s waar dat briljant is gelukt en opera’s die alsnog te breedsprakig zijn. Maar ook die zijn voor mij geen straf. Er valt genoeg te genieten.
Doordat ik zelf ben gaan zingen, ben ik ook thuis in goede zangtechniek en naarmate ik meer en meer partituren heb gezien, weet ik daar ook wel wegwijs in. Mijn achtergrond als wiskundige helpt dan toch nog om zo’n partituur naar muziek om te zetten: een partituur ziet er abstract uit, maar de bedoeling van een componist is mij snel duidelijk. Soms is het geniaal hoe een componist verhaal, personage en muzikale lijn met elkaar weet te verbinden.