(19 maart 1801 - 17 juli 1852)
De familie van Cammarano kwam uit Sicilië maar had zich in jaren 1760 in Napels gevestigd en al snel naam gemaakt in de artistieke kringen van de stad. Salvatore Cammarano was opgeleid tot schilder en beeldhouwer, een beroep waarmee hij redelijk succes had. In de jaren 1820 maakte hij de overstap naar het theater maar zijn kunstzinnige achtergrond zou bepalend blijven voor zijn libretti en zijn regieën. Uit de overgeleverde regie-aantekeningen en de gedetailleerde regie-aanwijzingen in zijn libretti laten zien dat hij bij elke scene een bepaald beeld in gedachten had.
Cammarano zou zijn leven lang in Napels blijven werken voor het theater. Hij werkte voor iedere componist, van onbekende meesters tot de grote namen als Donizetti en Verdi. Hij schreef niet snel en was voor iedere componist even consciëntieus aan het werk. Hij had een goed gevoel voor hoe zijn verzen muzikaal zouden klinken. Gevolg was dat componisten als Donizetti, Pacini en Verdi zijn teksten vrijwel ongewijzigd overnamen. Dat was niet gebruikelijk voor hen.
Cammarano was geen vernieuwer. Een eigen verhaal heeft hij niet geschreven. Maar hij wist wel altijd zijn bronmateriaal om te zetten in goed lopende operalibretti. In deze libretti speelt een heldin meestal de hoofdrol, een heldin die na lang lijden aan het slot de dood vindt zodat het doek met veel pathetiek valt.
Hoewel Cammarano weinig behoefte had aan vernieuwing, was hij wel de mening toegedaan dat muziek en woord idealiter van een en dezelfde persoon afkomstig zouden moeten zijn. Een visie waarmee Cammarano vooruit liep.
Het is opvallend met hoeveel respect Cammarano door componisten werd behandeld. Ook al klaagde Verdi vaak over de vele vertragingen die Cammarano opliep. Cammarano werkte zijn leven lang voor het theater. Op zijn sterfbed voltooide hij nog Il trovatore.