(18 maart 1844 - 21 juni 1908)

De eerste associatie met Rimski-Korsakov is de suite Sheherazade of misschien Caprice Espagnol. Wie de titellijst van zijn opera’s bestudeert, ziet al snel dat Rimski-Korsakov een grote voorliefde had voor sprookjes en Russische legenden. Veel van deze opera’s bewerkte hij tot symfonische suites.

Als veel andere Russische componisten uit zijn tijd was Rimski-Korsakov geen professioneel musicus. Hij was een marinier die min of meer in het geheim muziek studeerde en zo in contact kwam met Balakirev en daarmee onderdeel werd van het zogenaamde Machtig Hoopje. Het Machtig Hoopje met Cui, Moessorgski, Rimski-Korsakov (militair), Borodin (chemicus) en Balakirev richtte zich vooral op de Russsische volksmuziek.

Uiteindelijk verliet Rimski-Korsakov toch de marine. Hij was dirigent van verschillende operagezelschappen en docent aan het Conservatorium van Sint Petersburg. Hij schreef veel voor orkest (symfonieën, ouvertures, suites), maar ook voor kamermuziekbezettingen en vijftien opera’s. Daarnaast arrangeerde en orkestreerde hij werken van andere componisten, zoals De nacht op de kale berg voor zijn vriend Moessorgski.