Les pêcheurs de perles van Bizet: meer dan een duet

Iedereen kent het beroemde vriendschapsduet uit de opera Les pêcheurs de perles van Georges Bizet. Er kan bijna geen gala-uitvoering voorbijgaan zonder dat de stertenor en sterbariton van dienst de bekende melodie inzetten. Je zou bijna vergeten dat er nog een hele opera omheen zit. En dat is jammer, want De Parelvissers bevat schoonheid en drama in overvloed.

Georges Bizet
Georges Bizet

Jonge hond

Dat Bizet op zijn vierentwintigste überhaupt de kans kreeg om Les pêcheurs de perles te componeren mag een klein wonder heten. Jonge componisten kwamen rond het midden van de negentiende eeuw maar erg moeilijk aan commissies voor het schrijven van een nieuw werk; de grote operahuizen produceerden liever keer op keer grote bekende publiekskrakers die de kassa’s gegarandeerd deden rinkelen. Het Thêatre-Lyrique had echter de reputatie een wat meer vernieuwend huis te zijn dat welwillend stond tegenover jonge componisten. Directeur Léon Carvalho kreeg bovendien een jaarlijkse staatssubsidie van 100.000 francs. De voorwaarde was dat hij elk jaar een opera in drie aktes van een laureaat van de prestigieuze Prix de Rome moest produceren. Bizet had die prijs in 1857 gewonnen: een bij uitstek geschikte kandidaat.

Tijdsdruk

De dankbare opdracht een opera te schrijven kwam wel met een addertje onder het gras: de subsidie moest wel binnen een bepaalde periode worden uitgegeven. Bizet kreeg dan ook de opdracht om binnen drie maanden met zijn librettisten Eugène Cormon en Michel Carré een volwaardig drama te scheppen voor uitvoering in datzelfde jaar in het Thêatre-Lyrique. Een bijna onmogelijke taak. Toch lukt het de componist en de librettisten om binnen die drie maanden de gevraagde opera af te leveren. Met zijn setting in Ceylon (het huidige Sri Lanka) is het een een typisch voorbeeld van de hang naar het exotische die in de loop van de negentiende eeuw steeds meer opkwam.

Première-affiche van Les pêcheurs de perles
Première-affiche uit 1863 van Les pêcheurs de perles

Vlees noch vis

Hoewel het publiek behoorlijk enthousiast was bij de première, hadden de critici het nodige aan te merken op de opera. Dat lag niet eens zozeer aan de kwaliteit van de muziek, maar vooral aan het feit dat zij de opera moeilijk konden plaatsen. Het voldeed niet aan de genreconventies van de opera comique: in plaats van gesproken dialogen had de opera gezongen recitatieven, en komische of luchtige elementen ontbreken. Maar de opera was ook niet grootschalig genoeg om door te kunnen gaan voor een echte grand opéra. En het was natuurlijk uitgesloten om iets goed te vinden wat zich buiten de gebaande paden beweegt en niet in vertrouwde hokjes te plaatsen was.

Nieuwlichterij

Een muzikaal oordeel dat critici rond deze tijd vaak hanteerden, was dat de opera’s tot de stroming van de ‘Nieuwe Muziek’ zouden behoren, een synoniem voor ‘wagneriaans’. Alles wat neigde naar vernieuwing kreeg dat etiket opgeplakt: alles wat niet melodieus en enigszins licht verteerbaar was, alles wat neigde naar een complexere harmonie en een meer symfonische orkestratie. Op den duur werd het gebruikt om allerlei verschillende en uiteenlopende vermeende tekortkomingen in muziek aan te geven.

De priesteres Léïla komt gesluierd op (Foto: Opéra Royal de Wallonie)
De priesteres Léïla komt gesluierd op (Foto: Opéra Royal de Wallonie)

Een genie in ontwikkeling

De critici hadden gelijk: Bizet houdt zich inderdaad niet aan de Franse genreconventies van zijn tijd. Hij vermijdt ten strengste komische elementen en pronkzuchtige vocale virtuositeit , en het orkest speelt een belangrijke verhalende rol. Maar wat de critici als zonde zagen, kun je ook zien als deugden. Met zijn lyrische en vloeiende vocale lijnen houdt Bizet de sfeer gedurende een gehele akte vast. Grootschalige scènes vinden we niet alleen in de finales van de aktes, maar ook tussendoor, en Bizet zet deze scènes niet in om louter indruk te maken, maar gebruikt ze om sfeer en drama te scheppen.

Betoverd

Toegegeven: de opera bevat naast geïnspireerde passages ook genoeg conventionele en minder pakkende muziek. Dat kan ook bijna niet anders, gezien het feit dat de opera zo snel geschreven moest worden. Maar vaak genoeg hoor je wel degelijk de uitzonderlijk creatieve geest van Bizet. Niet alleen in dat beroemde Parelvissersduet. Je hoeft maar te luisteren naar de prachtige aria ‘Me voilà seule dans la nuit’ van Léïla en het erop volgende duet met Nadir om volledig betoverd te raken. In Les pêcheurs de perles horen we niet alleen de enorme lyrische gaven van Bizet, maar ook de zaden van expressie en vernieuwing die in het rauwere realisme van Carmen tot volle wasdom zullen komen.

Het schitterende liefdesduet van Léïla en Nadir (Foto: Opéra Royal de Wallonie)
Het schitterende liefdesduet van Léïla en Nadir (Foto: Opéra Royal de Wallonie)

In het kielzog van Carmen

Bizets latere opera speelde overigens ook een belangrijke rol in de herwaardering van Les pêcheurs de perles. De muziekuitgeverij Choudens probeert Les pêcheurs de perles te brengen als een makkelijk op te voeren werk: maar drie grote rollen en decors die niet heel specifiek of veeleisend zijn. Choudens maakt er geregeld zelfs een package deal van: als je de rechten wilt verwerven om de populaire opera Carmen uit te voeren, moet je ook de minder bekende Pêcheurs nemen! Inderdaad wordt de opera vanaf het einde van de negentiende eeuw vaker opgevoerd, maar de keerzijde van deze hernieuwde interesse was wel dat er veel verschillende verbasterde versies in omloop kwamen.

Alternatieve eindes

De reddingsactie van Zurga blijft hierin behouden, maar zijn einde is steeds verschillend: in de oorspronkelijke versie van 1863 blijft Zurga, nadat hij het liefdeskoppel heeft gered, alleen achter en is zijn uiteindelijke lot ongewis. Maar in andere versies van het werk wordt hij neergestoken door de hogepriester Nourabad als vergelding voor zijn verraad en het laten ontsnappen van de heiligschenners, of wordt hij door de woedende dorpelingen zelf op de brandstapel gegooid die voor Nadir en Léïla bestemd was. Ook elders in de opera zijn in de loop der tijd wijzigingen aangebracht, waarvan we niet weten of die van de hand van de componist zelf zijn. In het piano-uittreksel van de opera, die tijdens het leven van Bizet werd uitgegeven, komen deze varianten in ieder geval niet voor.

Léïla en Nadir gevangen en ter dood veroordeeld (Foto: Opéra Royal de Wallonie)
Léïla en Nadir gevangen en ter dood veroordeeld (Foto: Opéra Royal de Wallonie)

Postume revanche

Wat men in 1863 nog als een vreemdsoortige en onbegrijpelijke opera zag, ontwikkelde zich voor het publiek in de twintigste eeuw tot een toegankelijk en meeslepend werk. Velen gingen de opera gaandeweg zelfs zien als een representatief werk voor de negentiende-eeuwse Franse lyrische stijl. Een betere postume revanche op zijn critici had Bizet zich niet kunnen wensen.