Reisverslag: Wroclaw, maart 2020

Voor bijna iedereen is Wroclaw een nieuwe bestemming en dus een ontdekking! Ons riante hotel in de oude binnenstad ligt direct bij Rynek, het Marktplein waarop zich centraal de markthallen bevinden en het bijzondere Raadhuis.

Pracht en praal

De pracht en praal van de wederopgebouwde stad, die grotendeels verwoest werd tijdens de laatste oorlog, ontdekken we al bij een eerste wandeling, voorafgaand aan ons diner in het sfeervolle restaurant Jadka. Gids Marcin begeleidt de groep al direct vanaf het vliegveld en is bij alle reisonderdelen aanwezig. Net vader geworden, excuseerde hij zich vlak vóór het dessert om naar huis te gaan. Dat vonden de tafelgenoten die zich moesten ontfermen over het te veel geserveerde gerecht, niet erg.

Het oude gotische stadhuis van Wroclaw op het marktplein
Het oude gotische stadhuis van Wroclaw op het marktplein

Diepe indruk

Met het weer boffen we enorm tijdens de eerste excursie in de stad en kunnen we te voet (en per bus) veel moois ontdekken in Wroclaw (uitspraak: Wrotswav). Het bezoek aan het Kathedraaleiland maakt al diepe indruk, alsmede het verhaal over de tragedie die de stad overkwam in februari 1945. Het bezoek aan de aula en de concertzaal van de universiteit zijn zo mogelijk nog indrukwekkender. In de concertzaal klonk voor het eerst de Akademische Festouverture van Brahms, die hij had geschreven ter gelegenheid van het ere-doctoraat dat hij daar zou ontvangen.

’s Avonds een bezoek aan het gloednieuwe, enorme Muziekforum, waar in plaats van de verwachte dirigent en solist twee vervangers aantreden, waarvan de dirigent een gehaaste indruk maakt, maar de nieuwe solist is een cadeau: Ning Feng, een der grote violisten van dit moment. Hij betovert het publiek met het Chinese Butterfly Lovers concert van Chen en He. Twee speels en dansant gebrachte caprices van Paganini volgen als toegift.’

Uniek verkeersbord bij de gietijzeren brug bij het Kathedraaleiland
Uniek verkeersbord bij de gietijzeren brug bij het Kathedraaleiland

Bustocht in Neder-Silezië

Op zaterdag 7 maart maken we een bustocht door Neder-Silezië. Het is een gebied in het zuiden van Polen waar een ongelooflijke hoeveelheid kastelen en andere monumenten te vinden zijn. Het bezoek aan de geheel uit hout opgetrokken Lutherse Vredeskerk Swidnica laat onze monden openvallen. Vanwege de gigantische omvang (berekend op 7000 bezoekers!), het rijk gedecoreerde witte altaar en ontelbare beeldjes en versieringen. We worden ook nog verrast met een kort privé-orgelconcert op het een paar maanden geleden gerenoveerde orgel. Naast muziek van Bach valt vooral een stukje muziek van de zestiende-eeuwse Poolse componist Nicolaus Cracoviensis op. Daarin wordt het ingebouwde slagwerk van het orgel gebruikt.

De eerste opera van de reis

Verder gaat het naar het kasteel van Ksiaz, de verblijfplaats van de beroemde prinses Daisy van Pless, die een bewogen leven heeft geleid. Na de prima lunch in het kasteel wacht ons de terugreis en ’s avonds de eerste opera: La traviata van Verdi. Een voorstelling die qua decor rustig oogt, maar technisch zeer knap is gemaakt. De regie legt de nadruk op het uiterlijk vertoon van de mens. De ensemble-prestatie is indrukwekkend, alsook het opera-orkest. En wat een letterlijke verademing om nu eens een zieker wordende Violetta te zien die zich níet hoestend naar het einde zingt.

Louter hoogtepunten

Na twee uiterst enerverende dagen vol bijzondere ervaringen is ook de derde ronde excursies er een van louter hoogtepunten. De Hala Stulecia – Eeuwgebouw, een uit staal en beton opgetrokken hal van ongekende omvang wordt eerst bekeken. Daarna volgt de ernaast gelegen multimediale stadsfontein met een omvang van een hectare. Dan volgt een unieke tentoonstelling in het Vier Koepel-Paviljoen, onderdeel van de Nationale musea in Wroclaw. We maken er kennis met de Rembrandt van Silezië, Michael Willmann. Die heeft daadwerkelijk een tijd in Nederland verbleven in de Gouden Eeuw en er de werken van Rembrandt en tijdgenoten bestudeerd. Overweldigende grote en grof geschilderde doeken, gewijd aan het martelaarschap van de apostelen contrasteren met de uiterst verfijnde landschapsschilderijen, waarin steeds een bijbels element verstopt zit.

De Krasnal-kabouter is het symbool van de stad. Meer dan 400 zijn er te vinden. Deze twee staan bij de ingang van de opera
De Krasnal-kabouter is het symbool van de stad. Meer dan 400 zijn er te vinden. Deze twee staan bij de ingang van de opera

Meer beeldende kunst

Nog meer beeldende kunst wacht ons in het stadscentrum, als we achtereenvolgens het monument voor de slachtoffers van Katyn bezoeken en het Panorama van de Slag bij Raclawice, een geschilderd verslag van de enige militaire strijd die de Polen in 1794 van de Russen wisten te winnen. Met een omvang van 114 meter en uiterst precieze verbinding tussen de geschilderde elementen en de attributen en landschapskenmerken op de voorgrond maakt dit kunstwerk diepe indruk.

Slotapplaus bij de voorstelling van Madama Butterfly in Wroclaw
Slotapplaus bij de voorstelling van Madama Butterfly in Wroclaw

Muzikale apotheose

Na een voortreffelijke lunch – waarbij menig dessert net als de eerste avond verdeeld wordt – volgt ’s avonds de muzikale apotheose: Madama Butterfly, zonder Japanse papieren huisje en tierelantijnen, maar in een sombere betonnen omgeving met containers. Door het verhaal naar het einde van de laatste wereldoorlog te verplaatsen en de ontknoping te laten plaatsvinden net ná die oorlog, wordt een beklemming opgeroepen die absoluut raakt aan de huidige realiteit van machtspolitiek en internationale strijdtonelen.

Aan het einde blijven we verbluft achter met een razendsnelle scène waarin Cio Cio Sans kind niet meegenomen zal worden naar Amerika, maar ontvoerd wordt door de afgewezen huwelijkskandidaat Yamadori. Opnieuw overtuigt de ensemble-prestatie van de opera van Wroclaw sterk, al leveren de individuele zangprestaties weer stof voor prettige discussies…Maar de groep is eensgezind: Wroclaw is een geweldige bestemming voor een reisje!

Prix d’Amis 2019 van De Nationale Opera

De jaarlijkse uitreiking van de Prix d’Amis vond tot voorheen altijd plaats in december. De laatste keer zelfs tijdens de fameuze Kerstmatinee waar de Vrienden van De Nationale Opera altijd in groten getale aanwezig zijn. Een voor de hand liggende keuze, de prijs is immers een publieksprijs.

Dit jaar was de uitreiking een maand naar voren gehaald om als opening van een foyer-avond te dienen. Een foyer-avond die verder gewijd was aan de nieuwe productie van La Cenerentola (première 3 december 2019). Een beetje jammer wel omdat daarmee het feestelijke karakter van de prijs ietwat teloor ging.

Gelukkig was daar de directeur van De Nationale Opera Sophie de Lint die kordaat maar ook hartelijk de prijswinnaars onthulde. En gelukkig was daar ook het glaasje champagne in de pauze om een toost uit te brengen!

Beste productie van het seizoen 2018/2019: Tannhäuser (Foto: Monika Rittershaus/De Nationale Opera)
Beste productie van het seizoen 2018/2019: Tannhäuser (Foto: Monika Rittershaus/De Nationale Opera)

Beste productie: Tannhäuser

Als eerste werd de beste productie bekend gemaakt. Ik had zelf mijn stem uitgebracht op Oedipe van Enescu, maar ik vermoedde dat Stockhausens Aus Licht nog wel eens als winnaar uit de bus kon komen. Ik kreeg ongelijk. Het publiek koos voor een van de grote namen uit het operarepertoire: Wagners Tannhäuser in een regie van Christof Loy. Opmerkelijk overigens dat nergens de naam van de chef-dirigent Marc Albrecht werd genoemd als muzikaal verantwoordelijke voor deze productie. En dat terwijl De Nationale Opera Marc Albrecht afficheert als “de beste operadirigent ter wereld”. Zo lijkt de prijs meer op een regisseursprijs dan op een productieprijs en dat is, denk ik, niet de bedoeling.

Regisseur Christof Loy (Foto: Markus Gårder)
Regisseur Christof Loy (Foto: Markus Gårder)

Misschien wel het meest waardevol

Christof Loy woont tegenwoordig in Amsterdam, dus vertelde Sophie de Lint dat ze bij hem langs was geweest om de prijs te overhandigen. Een gemiste kans dat we daar geen filmpje van te zien kregen. Gelukkig had Christof Loy wel een brief geschreven waaruit Sophie de Lint voorlas. Hij verontschuldigde zich dat hij er op deze avond niet bij kon zijn. Christof Loy repeteert deze weken in Zürich voor een nieuwe productie van Don Pasquale van Donizetti. De regisseur benadrukte verder dat het publiekskarakter van de Prix d’Amis hem zo dierbaar is. Christof Loy won reeds diverse grote operaprijzen (o.a. drie keer voor beste productie door Opernwelt, een Laurence Olivier Award en een Opera Award), maar deze Amsterdamse prijs achtte hij misschien wel de meest waardevolle. Overigens heeft hij de prijs vorig jaar ook al gewonnen met de productie van Verdi’s La Forza del Destino.

Elena Stikhina als Cio-Cio-San in Madama Butterfly (Foto: BAUS/De Nationale Opera)
Elena Stikhina als Cio-Cio-San in Madama Butterfly (Foto: BAUS/De Nationale Opera)

Beste solist: Elena Stikhina

De jonge sopraan Elena Stikhina kreeg vervolgens de Prix d’Amis uitgereikt voor beste solist van het afgelopen seizoen. Ze vertolkte de hoofdrol van Cio-Cio-San in Madama Butterfly (Puccini). Op zich natuurlijk al een hele prestatie om op zo’n jonge leeftijd – Stikhina wordt dit jaar op Eerste Kerstdag 33 jaar – al dit soort grote rollen te zingen, maar de bijzondere Robert Wilson-productie waarin zij haar roldebuut mocht maken, maakte de verwachtingen wel erg hoog gespannen. Alhoewel ik vorig jaar zelf deze voorstelling niet heb gehoord, maakte het kleine clipje dat we te horen kregen uit de aria “Un bel di vedremo” helemaal duidelijk dat Elena Stikhina iemand is om in de gaten te houden.

Elena Stikhina (Foto: Ilya Korotkov)
Elena Stikhina (Foto: Ilya Korotkov)

Iemand om in de gaten te houden

Overigens doen vrijwel alle grote internationale operahuizen dat inmiddels ook. Elena Stikhina zingt binnenkort in Berlijn (Staatsoper), New York (Metropolitan) en Parijs (Opéra national de Paris). In die laatste plaats was ze ook toen ze een paar dagen geleden op de hoogte werd gebracht van het winnen van deze Prix d’Amis. Ze repeteert daar voor de opera Prins Igor van Borodin. Elena Stikhina schreef een brief die Sophie de Lint voorlas. Uiteraard bedankte ze het publiek, maar ze beschreef ook uitvoerig hoe het was om zo’n groot roldebuut te maken in een huis dat haar zoveel warmte bracht. Die warmte voelde ze niet alleen bij alle medewerkers van De Nationale Opera, maar ook bij het publiek.

Veilig en geborgen

Hier haakte Sophie de Lint op in. Ze benadrukte dat veel zangers juist Amsterdam uitkiezen voor belangrijke roldebuten omdat ze zich hier zo veilig en geborgen voelen gedurende het repetitieproces. Sophie de Lint is blij met de uitslag. Zowel Loy als Stikhina hebben een “soft spot” in haar operahart en ze onthulde (“this is confidential!”) dat beide artiesten voor de komende seizoenen meerdere malen zijn geëngageerd.

Met zulke winnaars smaakte de champagne extra goed!

Prix d'Amis - Sophie de Lint
Sophie de Lint reikt de Prix d’Amis uit (foto: Els de Graaff)

Madama Butterfly in Luik

Na zijn Tosca raakte Puccini in een diepe crisis. Alhoewel het werk hem succes had opgeleverd bij het publiek, waren de critici minder mild gestemd. Er werden grote vraagtekens gezet bij zijn gedoodverfde rol als opvolger van Verdi, die in 1901 kwam te overlijden. Maar ook privé ging hij door een zware tijd: een affaire met de jonge ongehuwde Corinna kwam aan het licht, hij kreeg maar liefst twee auto-ongelukken (dat zal in 1900 niet aan het drukke verkeer hebben gelegen) en hij kreeg de diagnose diabetes. De enige manier om deze ellende te tarten was door een nieuwe opera te schrijven. Puccini zocht naar nieuwe onderwerpen, maar vond de meeste (hij overwoog Les Miscerables en Cyrano de Bergerac) te voorspelbaar en afgezaagd. Theaterman in hart en nieren als hij was zocht hij naar ongebruikelijke toneelsituaties, met personages die emoties kunnen oproepen bij de toeschouwer.

Dominik Chenes als B.F. Pinkerton (foto: Opéra Royal de Liège)
Dominik Chenes als B.F. Pinkerton (foto: Opéra Royal de Liège)

Toneel als inspiratie

In zijn zoektocht ging Puccini veelvuldig naar allerlei toneelvoorstellingen. Zo ook in Londen. Op een avond tijdens zijn verblijf aldaar zag hij de eenakter Madame Butterly van David Belasco. Het toneelstuk was zeer gecomprimeerd geschreven. Het vertelt het verhaal van de piepjonge Geisha Cio-Cio-San (vlinder, oftewel: butterfly) die verwachtingsvol wacht op de terugkeer van haar Amerikaanse marine officier aan wie ze uitgehuwelijkt werd. Vol passie heeft ze zich destijds in deze liefde gestort, maar de Amerikaan hechtte aan het Japanse huwelijk geen waarde. Hij keerde terug naar Amerika en liet haar zwanger achter.

Sindsdien zijn er drie jaar verstreken, en wacht Cio-Cio-San samen met haar dienster Suzuki en haar kind op Pinkertons terugkeer. Als Pinkerton dan uiteindelijk terugkomt, heeft hij ook zijn Amerikaanse vrouw bij zich en willen zij het kind mee naar de Verenigde Staten nemen en Cio-Cio-San met een geldbedrag afkopen. Tot zover baseerde Belasco zich op een historische gebeurtenis. Hij voegde daar een dramatische gebeurtenis aan toe: aan het einde van het toneelstuk pleegt Cio-Cio-San zelfmoord om niet langer met de schande te hoeven leven.

Een moeizaam proces

Bijzonder aan de toneelopvoering die Puccini zag, was de lange scène waarin de hoofdrolspeelster maar liefst 14 minuten woordeloos op het toneel zat en met behulp van destijds de allermodernste techniek (elektrisch licht) de illusie van een nachtwake wist op te roepen. Puccini wist onmiddellijk dat dit het stuk was waarop hij zijn opera zou baseren! Met behulp van zijn librettisten Illica en Giacose werkte hij aan het bewerken van het toneelstuk tot een opera. Een proces dat moeizaam verliep en waarbij de spanningen soms hoog opliepen. Uiteindelijk waren er vier verschillende versies voor nodig om tot een definitieve vorm te komen. Maar voor het zover was, had Puccini opnieuw veel kritiek moeten dulden. De première van Madama Butterfly was een groot fiasco.

Madama Butterfly - slot akte 1 (foto: Opéra Royal de Liège)
Slotscene uit Akte 1 – Madama Butterfly (foto: Opéra Royal de Liège)

Stilering en introversie

Dat kan niet gezegd worden van de opvoering van Madama Butterfly die we op zondag 22 september 2019 bezochten in de Opera Royal te Luik. Het Waalse operahuis dat sinds twee jaar wordt geleid door Speranza Scappucci, staat bekend om hun trouwe band met het Italiaanse repertoire. Deze voorstelling werd gedirigeerd door Ayrton Desimpelaere, een piepjonge dirigent die zich hier en daar zich nog behoedzaam in de orkestbak toonde (sommige tempi waren aan de wat trage kant), maar die zich zelden liet verleiden tot rauwe ongecontroleerde dramatiek. Madama Butterfly moet het vooral hebben van stilering en introversie, dan komt het stuk het beste tot zijn recht.

Een misbruikt meisje

Stilering en introversie zijn vast ook woorden die door het hoofd van regisseur Stefano Mazzonis de Pralafera moeten zijn gegaan. Zo toont hij aanvankelijk Cio-Cio-San in de eerste akte. Maar in zijn ogen is ze ook een meisje dat na het misbruik door Pinkerton (zo mogen we dat toch eigenlijk wel omschrijven, zelfs in de pre-#metoo-tijd) in haar eigen illusie gaat wonen. Zelfs letterlijk: het authentieke Japanse huisje met verschuifbare wanden van rijstpapier (decors van Jean-Guy Lecat) maakt plaats voor een moderne naoorlogse woning vol elegante en goedkope teakhouten meubelen. Haar kimono verruilt ze voor een petticoat.

En dan is daar natuurlijk het kind. Althans in de voorstelling wordt de suggestie van een kind gewekt. We zien een ingelijste foto en beurtelings wiegen Butterfly en Suzuki een ouderwetse kinderwagen. Maar een drie jaar oud kind in een kinderwagen, klopt dat wel??? We moesten tot het einde wachten totdat we de oplossing van dit raadsel kregen.

Verrassende wending

Anders dan Puccini zelf had beleefd tijdens zijn bezoek aan het toneelstuk, zijn Butterfly noch Suzuki op het toneel te vinden tijdens de nachtwake. Het prachtige muzikale intermezzo brengt ons als toeschouwers tot rust voor wat ons in de derde akte te wachten staat. De tijd blijkt niet te hebben stilgestaan. Het Amerikaanse schip vaart conform libretto de haven binnen, maar vervolgens komt Pinkerton per helikopter (!) naar het huis van Butterfly. Het getouwtrek over het kind krijgt een totaal onverwachte ontknoping. De kinderwagen wordt achtergelaten voor de Amerikanen, maar als deze het kind eruit willen halen, is het slechts gevuld met dekentjes en lappen. Conclusie: er is nooit een baby of kind geweest, uitsluitend in de fantasie van Butterfly. Vervolgens komt Butterfly de kamer in, ze heeft zichzelf in de buik gestoken en valt dood neer.

Madama-Butterfly - akte 3 (foto: Opéra Royal de Liège))
De Amerikanen arriveren per helikopter (foto: Opéra Royal de Liège)

Goedkeuring van de meester

Je kunt je afvragen of deze twist aan het verhaal van Madama Butterfly ook een ander licht doet schijnen op de figuur van Cio-Cio-San. Psychologisch gezien hoeft haar handeling (zelfmoord na het moeten afstaan van je kind aan de man die je misbruikt heeft, en zijn nieuwe vrouw) niet nader verklaard te worden. De waan waarin ze door deze regie wordt geplaatst, is niet echt anders. Wel is het verrassingseffect aan het einde als de kinderwagen leeg blijkt te zijn, groot. En dat moet Puccini zeker hebben kunnen waarderen!

Vocaal genot

Vocaal viel er veel te genieten. Dominik Chenes (Pinkerton) vertolkte de rol met een echte powerhouse tenor. Zijn hoogte staat als een huis maar mist misschien wat elegantie. Overigens komt dat het egocentrische karakter van Pinkerton alleen maar ten goede. Bariton Mario Cassi beschikt over een zoetgevooisde warme stem. De Japanse Yasko Sato zong tijdens de door ons bezochte voorstelling de rol van Cio-Cio-San. Ze wist de transformatie van traditionele geisha naar veramerikaniseerde Japanse uitstekend te maken. Vocaal bleef ze zich altijd richten op de schoonheid van haar stem, die ze in overmaat aan ons presenteerde.