Lohengrin in Dortmund

Als muziekreisorganisatie die een serieus overzicht wil bieden wat er te beleven is in de huidige klassieke muziekindustrie, maar die tevens reizigers een aangename tijd wil geven, bevind je je soms in een moeilijke spagaat. Soms zijn voorstellingen op papier interessant door de medewerking van een aantal bijzondere zangers, regisseur, dirigent etc. Soms is de titel op zichzelf al een unicum. De reservering voor zo’n voorstelling moet echter geschieden ruim voordat de voorstelling wordt gemaakt, en je doet dat dus eigenlijk op basis van vertrouwen en je ‘gut-feeling’. Zo ook met de eendaagse reis naar Wagners Lohengrin in het Theater Dortmund op zondag 8 december 2019.

Trailer van Lohengrin in Dortmund

Even benauwd

Afgelopen weekend kreeg ik het toch even benauwd tijdens mijn voorbereiding van deze reis. Uiteraard prepareerde ik me door me te verdiepen in Wagners werk, maar ik zocht ook verschillende recensies op. De voorstelling was een week te voren in première gegaan (30 november) en inmiddels stond het internet vol met allerlei recensies. Opvallend was dat er heel veel negatieve beoordelingen bij stonden. Tevens werd er vermelding gemaakt van het feit dat bij het slotapplaus na de eerste akte het boegeroep al niet van de lucht was. ‘Wat doe ik onze reizigers aan’, dacht ik.

Christina Nilsson als Elsa en Daniel Behle als Lohengrin (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)
Christina Nilsson als Elsa en Daniel Behle als Lohengrin (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)

Goede voorbereiding

Het enige wat je in zo’n geval kunt doen, is je nog beter voorbereiden. Dat geldt voor mijzelf, maar dat geldt ook voor de geïnteresseerde reizigers die met ons op reis gaan. Hoe meer we met zijn allen weten waar het stuk overgaat, wat de bijzondere kenmerken zijn, wat de ontstaans- en opvoeringsgeschiedenis is, en meer van dit soort zaken, des te meer we elke voorstelling aankunnen. Hoe modern ook! Dat deze houding opnieuw de juiste bleek, daar kwam ik na afloop van de voorstelling weer achter. Vrijwel iedereen was enthousiast over de voorstelling. We werden dan ook niet gehinderd door premièrepubliek, dat vaak al te rumoerig hun mening aan andere toeschouwers wil opdringen.

‘De zwaan is geen taxi’

De opera Lohengrin wordt in Dortmund geregisseerd door Ingo Kerkhof. Kerkhof probeert het stuk van allerlei sprookjesachtige elementen te ontdoen. Wie dus op zoek gaat naar een zwaan, komt bedrogen uit. De zwaan moet, volgens Kerkhof, ontstaan in het hoofd van de toeschouwer door de muziek en de verbeeldingskracht, niet door een fysieke verschijning op het toneel: ‘de zwaan is geen taxi’ (hierbij refererend aan de anekdote van de tenor Leo Slezak die ooit tijdens een repetitie te laat was voor de zwaan, zodat deze zonder de ridder vertrok. Vertwijfeld riep Slezak: ‘Wann geht der nächste Schwan’). Eerlijk gezegd denk ik toch dat het voor vrijwel iedereen ietwat een deceptie is om zo’n iconisch moment als de opkomst van Lohengrin, in een bootje voorgetrokken door een zwaan, te moeten missen. Maar goed, wij als MUSICO-reizigers waren voorbereid en vertrokken geen spier.

Daniel Behle als Lohengrin en Christina Nilsson als Elsa (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)
Daniel Behle als Lohengrin en Christina Nilsson als Elsa (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)

Lohengrin als Kammerspiel

Geen zwaan dus. Maar ook aan niets anders was te merken dat Lohengrin uit ander hout is gesneden dan de overige personages op het toneel. Dit verraadde eigenlijk dat we de voorstelling op een veel lager, intermenselijker niveau moesten interpreteren. Het Duits heeft hier een mooie term voor: Kammerspiel.

Wie gevoelig was voor die symboliek, kreeg een voorstelling te zien met een dubbele laag. Het werd uiterst subtiel en soms misschien wel te subtiel aangeduid. Wie er niet gevoelig voor was, kreeg een nogal statische voorstelling te zien, waarin alle ruimte werd gelaten voor de glorie van de muziek.

Enige houvast

De weinige houvast die we als toeschouwers kregen, kwam door middel van een klein filmpje dat werd geprojecteerd op het doek. We zagen een jong meisje (ongetwijfeld Elsa) met een jonger jongetje. Je denkt in eerste instantie aan Gottfried, haar broertje dat onder vreemde omstandigheden is verdwenen. Maar de gelijkenis met Lohengrin dringt zich ook op. De personen op het filmpje worden steeds ouder, en plots lijkt de blonde krullenbol (Gottfried/Lohengrin) zijn plaats te hebben ingeruild voor Friedrich von Telramund. Heel kort. Wie even te lang met ogen knipperde, heeft het gemist. Het filmpje laat een vreemde actie zien: de jongen en het meisje eten soep en scheppen bord na bord op. Plotseling schept het jongetje een badmintonshuttle op uit de soep. De veren moeten natuurlijk een verwijzing vormen naar de zwaan, maar erg veel houvast geeft het ons niet.

Christina Nilsson als Elsa en Joachim Goltz als Telramund (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)
Christina Nilsson als Elsa en Joachim Goltz als Telramund (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)

Geperverteerde Telramund

De figuur Friedrich von Telramund is een vreemde figuur in deze enscenering. Normaal al niet echt een lieverdje, maar hier ook nog eens geperverteerd. Hij kijkt wel erg innig naar het jonge meisje Elsa. Ook met zijn eigen vrouw Ortrud is seks aan de orde van de dag. Meerdere malen wordt hun duet in de tweede akte gelardeerd met nogal expliciete seksuele handelingen. Wij als MUSICO-reizigers waren goed voorbereid en vertrokken geen spier!

Elsa’s nachtmerrie

Steeds meer ontstaat het beeld dat Elsa een droom beleeft. Of beter gezegd, een nachtmerrie. Steeds opnieuw ondergaat ze fysieke of mentale dwang door de personen om haar heen. Van de één moet ze zus, van de ander zo. En van Lohengrin mag ze vooral een aantal dingen niet, waaronder het vragen naar zijn ware aard en naam. Blijkbaar omdat die ware aard niet echt om over naar huis te schrijven is. Ik kan het helemaal mis hebben, maar een incestueus verleden van Elsa kwam steeds meer in mijn gedachten naar boven. Een verleden waar ze mee wil afrekenen. Dat doet ze helemaal aan het einde, als ze ter apotheose alle protagonisten in haar slaapkamertje ontvangt. Dan is het niet Lohengrin die het gezelschap verlaat (zoals in het origineel), maar is het Elsa zij die de kamer uitstapt en dit donkere verleden achter zich kan laten.

Daniel Behle als Lohengrin en Christina Nilsson als Elsa (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)
Daniel Behle als Lohengrin en Christina Nilsson als Elsa (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)

Sublieme muzikale vertolking

Niet een geringe afwijking van de romantische opera die Wagner zelf voor ogen stond. Maar zoals gezegd, als je er geen trek in had, hoefde je ook niet zo diep mee te gaan in deze voorstelling. Wie dit niet deed, werd nog steeds gefêteerd met een sublieme muzikale vertolking van dit werk. De twee hoofdrolspelers (Christina Nilsson als Elsa en Daniel Behle als Lohengrin) benadrukten met name de jeugdigheid van hun karakters. Beiden beschikken over extreem lyrische stemmen en kwamen daardoor nergens in de verleiding om te forceren. Wagner klonk voor hen als een weldaad voor de stem, niet als een martelgang!

Sterke bezetting

Tegenover hen stonden de donkere karakters van Friedrich von Telramund (gezongen door Joachim Goltz) en Ortrud (wier naam ik helaas schuldig moet blijven, ze viel op het allerlaatste moment in voor Stéphanie Müther). Deze zanger verleenden hun rollen veel venijn, maar gingen ook nergens vocaal over de schreef. Aangevuld met bas Shavleg Armasi (König Heinrich) en Morgan Moody (Heerrufer) kunnen we concluderen dat we een zeer sterke bezetting konden beluisteren.

Shavleg Armasi als Heinrich der Vogler en Morgan Moody als Heerrufer des Königs (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)
Shavleg Armasi als Heinrich der Vogler en Morgan Moody als Heerrufer des Königs (Foto: Thomas Jauk, Stage Picture)

Dirigent Gabriel Feltz leidde de Dortmunder Philharmonikern met veel verve en met de juiste energie door de lastige partituur. Een groot compliment dient ook gemaakt te worden aan het koor. In deze enscenering zingen ze vrijwel alles vanaf het balkon en zijn dus niet zichtbaar. Het klankeffect dat daardoor ontstaat is echter fenomenaal, en dat kan alleen maar zo tot zijn recht komen omdat het koor uiterst klankzuiver en gedisciplineerd zong.

Mozart was here

Ik denk dat ik het gevoel voor het eerst in Leipzig had: de sensatie dat een componist – in dit geval Bach – op bepaalde plekken heeft gewerkt, geleefd, zijn boodschappen heeft gedaan. Dat zijn Matthäus Passion in première is gegaan in de Thomaskirche, waar je nu nog steeds elk jaar datzelfde stuk kunt ervaren. Het zijn buitenmuzikale zaken die voor mij in sterkte mate bijdragen aan het plezier dat ik beleef aan het bijwonen van een concert of een operavoorstelling.

De magie van een plek

Zo beleef ik nog meer plezier aan de opvoering van barokopera’s als ik in het 18e-eeuwse theater in het Zweedse Drottningholm ben. Alleen al de boottocht vanuit Stockholm is natuurlijk heerlijk, maar de kers op de taart vormt het achttiende-eeuwse systeem van decorwisselingen en de toneelmachines die hun oude staat hebben behouden. Ik geniet dubbel van de opera’s van Händel dankzij de betoverende 18e-eeuwse decors van het kasteeltheater in Český Krumlov. De muziek van Telemann wordt nóg mooier als je in Magdeburg een concert bijwoont, zijn geboortestad. En je vergeet al snel hoe hard de stoelen eigenlijk zijn in het Festspielhaus in Bayreuth als je de opera’s van Wagner hoort in het theater waarvoor ze geschreven zijn, inclusief de befaamde akoestiek. Die is grotendeels te danken aan de gebogen kap die de orkestbak overdekt en de plaatsing van het orkest, dat half onder het toneel zit, met het zware koper achteraan ‘begraven’. Het onzichtbare orkest maakt de toneelillusie nog completer.

Podium van het laatbarokke theater in Schloss Schwetzingen
Podium van het laatbarokke theater in Schloss Schwetzingen

Schloss Schwetzingen

Een zelfde soort magie ervoer ik toen ik voor het eerst in het rococo theater in Schloss Schwetzingen kwam. Het is de plek waar Mozart driemaal is geweest, voor de eerste keer als zevenjarig wonderkind. Geen wonder dat hij later in zijn leven terug mocht komen, want de eerste keer maakten hij en zijn zus Nannerl behoorlijk wat los aan het hof van Schwetzingen: ‘Meine Kinder haben ganz Schwetzingen in Bewegung gesetzet: und die Churf. Herrschaften hatten ein unbeschreiblich vergnügen, und alles geriet in verwunderung’, schreef zijn vader Leopold Mozart in 1763 vanuit Schwetzingen aan een vriend in Salzburg.

Zaal van het laatbarokke theater in Schloss Schwetzingen
Zaal van het laatbarokke theater in Schloss Schwetzingen

Het theater is onderdeel van Schloss Schwetzingen, nabij Heidelberg, en werd geopend in 1753. Helaas zijn de originele decors en de toneelmachinerie niet bewaard gebleven, maar het auditorium ziet er nog grotendeels zo uit als de classicistische draai die er in de jaren ’70 van de 18e eeuw aangegeven is. En zoals Mozart die dus gekend moet hebben. Het is bijzonder om in zo’n relatief klein theater de klanken van de opera’s Le nozze di Figaro of Don Giovanni te mogen beluisteren. Je waant je even terug in de 18e eeuw en misschien is dat wel de reden waarom ik het zo heerlijk vind om daar te zijn. Een Mozart-opera in dit theater horen; dichter bij Mozart kan je bijna niet komen!