Nabucco in Amsterdam

Na 45 jaar afwezigheid keerde op maandag 27 januari 2020 Verdi’s populaire opera Nabucco terug op de planken van De Nationale Opera in Amsterdam. Een gebeurtenis waar veel operafans reikhalzend naar hadden uitgekeken. Een vroege Verdi, vol passie en branie, met natuurlijk het operakoor der operakoren: ‘Va, pensiero’.

De publiciteitsfoto – een stoere vrouw in uniform met hoofddoek en de tekst ‘girl power’ op haar arm – die al enkele weken in de media circuleerde, en het feit dat de première plaatsvond op de dag van de 75-jaar Auschwitz-herdenking, deed het vermoeden rijzen dat deze nieuwe Nabucco voor De Nationale Opera wel eens een politiek statement zou kunnen zijn. Dat werd het in handen van regisseur Andreas Homoki en decorontwerper Wolfgang Gussmann niet. Zij maakten er een familie-intrige van, en sloten zo eigenlijk aan bij de voorstelling Rodelinda die eerder deze maand in première ging.

Publiciteitsfoto van De Nationale Opera voor Nabucco (Foto: DNO)
Publiciteitsfoto van De Nationale Opera voor Nabucco (Foto: DNO)

Politieke lading

Om het helemaal zonder politiek te stellen lukt eigenlijk nooit bij de opera en al helemaal niet bij Giuseppe Verdi. Daarnaast is – al dan niet historisch verantwoord – de lading van Nabucco door de tijd heen verzwaard met het verhaal van de Risorgimento, de Italiaanse strijd voor eenwording en onafhankelijkheid. In Nabucco staan dan de Joodse ballingen in Babylon symbool voor de door Habsburgers en Paus onderdrukte Italianen.

Verhaal tijdens de ouverture

Homoki laat het verhaal nog tijdens de ouverture beginnen met een aantal familiale snapshots. Allereerst zien we een gelukkig koninklijk gezin: vader (Nabucco), moeder en twee schattige meisjes (Abigaille en Fenena). Bij de eerste dramatische akkoorden sterft de moeder aan een hartaanval. Het tweede snapshot laat de meisjes spelend zien, waarbij de kroon van hun vader de inzet van hun spelletje is. Als vader hen liefdevol een standje komt geven, lijkt hij hier al getroffen te worden door hoofdpijnen die hem later nog meer parten zullen spelen.

Regisseur Andreas Homoki laat tijdens de ouverture scènes uit de familiegeschiedenis van Nabucco en zijn dochters zien (Foto: Martin Walz/DNO)
Regisseur Andreas Homoki laat tijdens de ouverture scènes uit de familiegeschiedenis van Nabucco en zijn dochters zien (Foto: Martin Walz/DNO)

Groene marmeren ruimte

Het beeld opent vervolgens in de tempel van de Joden in Jeruzalem. Om dat te zien, heeft de toeschouwers wel enige verbeelding nodig. Het decor van Gussmann bestaat uit een groen marmeren ruimte waarin uitsluitend een gigantische muur staat, die alle kanten op kan bewegen en zelfs in de grond kan zakken. De muur intimideert, scheidt mensen van elkaar en jaagt mensen op… Niet geheel toevallig dragen de inwoners van Babylon opzichtige kleding in dezelfde kleur, en eveneens gemarmerd. De uniformen en ruisende avondjaponnen doen een beetje denken aan Sissi, of de wereld die we kennen van de film Il Gattopardo. Het moge duidelijk zijn: we hebben hier te maken met een versteende samenleving, een sociale elite die tot het verleden behoort.

Een grote groene gemarmerde wand is het enige decorstuk van deze Nabucco (Foto: Opernhaus Zürich)
Een grote groene gemarmerde wand is het enige decorstuk van deze Nabucco (Foto: Opernhaus Zürich)

Fel contrast

De statige grandeur van Babylon staat in fel contrast met het uiterlijk van het Joodse volk. Gussmann tekende, samen met Susana Mendoza, ook voor de kostuums. De kleren in beige tinten doen denken aan het schilderij Il Quarto Stato van Giuseppe Pellizza da Volpedo: een bewuste visuele verwijzing? Opvallend is dat het Joodse volk in tegenstelling tot de eenvormige aristocratie van de Babyloniërs veel gedifferentieerder en individueler zijn. Ze staan voor Homoki niet zozeer voor een religieuze groep, maar voor een nieuwe wereldorde. Het volk in de brede zin des woords, dynamisch, verenigd maar vrij. Zij vormen de toekomst.

Il Quarto Stato Giuseppe Pellizza da Volpedo, 1901) (Foto: Museo del Novecento)
Il Quarto Stato van Giuseppe Pellizza da Volpedo, 1901) (Foto: Museo del Novecento)

Veranderende wereld

Het wordt steeds duidelijker dat met name Abigaille niet in staat is tot transformatie. De wereld om haar heen verandert. Dit begint als haar zus zich bij het Joodse volk aansluit. Vervolgens ontdekt Abigaille dat ze een onecht kind is van Nabucco, en geboren is uit een slavin. Daarna wordt haar vader megalomaan en roept zichzelf uit tot God waardoor hij door de bliksem wordt getroffen. Langzamerhand komt Abigaille alleen te staan; daar doet een mooie zijden jurk niets aan af. Koste wat kost wil Abigaille vasthouden aan het leven van weleer. Een leven vol glamour, waaraan Homoki fijntjes refereert door een beeldcitaat uit de beroemde film Gentlemen Prefer Blondes met Marilyn Monroe. Diamanten blijven wat Abigaille betreft kennelijk a ‘girl’s best friend’.

Revue-achtige elementen in de grote soloscène van Abigaille, gezongen door Anna Pirozzi (Foto: Martin Walz/DNO)
Revue-achtige elementen in de grote soloscène van Abigaille, gezongen door Anna Pirozzi (Foto: Martin Walz/DNO)

Fraaie intieme momenten

Naast deze wat meer groteske momenten zijn er ook heel fraaie intieme momenten. Zo is het beroemde kanonkwartet niet langer geregisseerd, maar veeleer gechoreografeerd. En als Nabucco zijn laatste aria zingt, schurkt Fenena zich tegen hem aan en weet zo de zoetste bekering op te roepen. Als iemand Verdi had kunnen overhalen om nog een extra duet voor Fenena en Nabucco te componeren, dan was het Andreas Homoki wel geweest.

Sympathie

Al met al leidt het ertoe dat Abigaille niet uitsluitend wordt neergezet als een tot de tanden bewapende oorlogsmisdadiger is, maar een vrouw van vlees en bloed en vol verlangens en angsten. Als toeschouwer kun je dan niet veel anders dan ook sympathie voor haar voelen, en dat was mij bij eerdere Nabucco-voorstellingen niet overkomen, een grote pluim dus voor Homoki. Hij laat zien dat de stap van Abigaille naar Violetta uit La traviata helemaal niet zo groot is.

In deze productie kan het publiek ook sympathie opbrengen voor Abigaille (Foto: Martin Walz/DNO)
In deze productie kan het publiek ook sympathie opbrengen voor Abigaille (Foto: Martin Walz/DNO)

Onevenwichtig

Muzikaal is Nabucco nog niet zo makkelijk op het toneel te brengen. Het stuk kent naast geniale plekken zeker ook enkele zwakkere momenten. Misschien is onevenwichtig wel het woord dat er het beste bij past. Zo zijn de hoofdrollen (Nabucco, Abigaille, Fenena, Ismaele en Zaccaria) nogal ongelijk voorzien van aria’s en scènes. Je zou ook kunnen zeggen dat alleen Nabucco en Abigaille echte hoofdrollen zijn. Maar ook binnen die rollen zelf lijkt het soms alsof er voor verschillende typen stemmen is geschreven.

Veeleisende virtuositeit

Het beste voorbeeld hiervan is de rol van Abigaille. Van oudsher berucht omwille van de veeleisende virtuositeit. De lijst met sopranen die met deze partij hun Waterloo hebben gevonden, is behoorlijk lang, en begint reeds met de levensgezellin van Verdi, Giuseppina Strepponi. De noten van Abigaille moeten over ijle bergtoppen kunnen zweven, door steile rotsen afdalen, om vervolgens als een mitrailleur te worden afgeschoten en door middel van wat ferme borsttonen macht en angst in te boezemen. De sopraan van Anna Pirozzi voldeed volledig aan dit profiel. Muzikaal gezien zou ze bij de ingetogen cantabile-momenten nog meer terug kunnen nemen en deze klassieker vormgeven. Dat zou, ook in dramatisch opzicht, een groter contrast opleveren.

George Petean: een Nabucco met echte Verdi-kwaliteiten (Foto: Martin Walz/DNO)
George Petean: een Nabucco met echte Verdi-kwaliteiten (Foto: Martin Walz/DNO)

Echte Verdi-kwaliteit

Bariton George Petean heeft in tegenstelling tot de andere zangers misschien niet zo’n grote stem, maar hij laat wel echte Verdi-kwaliteit horen in expressie en frasering. De Brits-Italiaanse tenor Freddie De Tommaso liet in de rol van Ismaele een krachtig, gloedvol geluid horen wat het extra jammer maakt dat Verdi in de loop van de opera de interesse in dit personage volledig lijkt te verliezen en hem nauwelijks een echte aria gunt. In de veel kleinere rol van ‘de andere zus’ zong Alisa Kolosova mooi en acteerde haar rol, laverend tussen haar oude familie en haar nieuwe geloofsgenoten, overtuigend. Bas Dmitry Belosselskiy leunde als de Joodse hogepriester Zaccaria wel erg veel op volume alleen.

Omfloerst en gloedvol

Het koor van De Nationale Opera leek in de eerste akte nog een beetje in onmin te leven met dirigent Maurizio Benini (om het technisch te zeggen: hoe combineer je triolen met gepuncteerde ritmes?), en dat deed het ergste vermoeden voor één van de grootste koormomenten uit de operaliteratuur, waar dit thema tot in extenso wordt doorgevoerd. Maar gelukkig voegde Benini zich naar het koor dat aan het begin van ‘Va Pensiero” een omfloerste en gloedvolle toon liet horen die het weemoedige verlangen van de Joodse ballingen prachtig uitdrukte.

Kijk hier om te zien wanneer de voorstelling van Nabucco van De Nationale Opera dit seizoen nog te zien is.