MUSICO Thuistheater: Online Mahler Festival

Vanavond gaat het ‘Online Mahler Festival’ van start. Dat was natuurlijk niet de opzet van het Mahler Festival 2020. De bedoeling was een groots festival met bezoek van onder meer de Berliner Philharmoniker, de Wiener Philharmoniker, het New York Philharmonic, het Mahler Jugend Orchester en het Budapest Festival Orchestra, met hun dirigenten Kirill Petrenko, Daniel Barenboim, Jaap van Zweden, Daniel Harding en Iván Fischer.

Door de coronacrisis is het Concertgebouw gesloten. In plaats van genieten van al deze live concerten kunt u vanaf vanavond kijken naar een online festival, met streamings die een mooi inkijkje geven in de Amsterdamse Mahler-traditie.

Inleiding op het Mahler Festival door Eveline Nikkels

Kijk hieronder naar het interview dat MUSICO-eigenaar Remco Roovers met Eveline Nikkels had. Eveline Nikkels is de voorzitter van de Gustav Mahler Stichting Nederland, en die hoedanigheid nauw betrokken bij het Mahler Festival 2020.

Remco Roovers in gesprek met Eveline Nikkels over het Mahler Festival Online

Mahler in Nederland

Zijn tweede vaderland zou Nederland voor Mahler zijn. Dat klinkt te mooi om waar te zijn. Dat is het ook. Mahler was helemaal niet zo dol op Nederland. Hij was bijzonder gecharmeerd van het Concertgebouworkest, voelde zich als componist hier te lande zeker gewaardeerd en was onder de indruk van de Hollandse meesters in het Rijksmuseum. Maar daar hield de liefde wel zo ongeveer mee op.

Het was dan vooral ook de muzikale vriendschap tussen Mahler en dirigent Willem Mengelberg die maakte dat de componist in de jaren 1903-1909 haast kind aan huis was in Amsterdam.

Mengelberg ‘ontdekte’ Mahler in 1902 tijdens een concert in Krefeld. Mahler dirigeerde er zijn Derde Symfonie. En Mengelberg was onmiddellijk overtuigd van het muzikale genie van Mahler als componist. Want hoezeer Mengelberg als mens later zijn blazoen bevuilde, als musicus was hij een van de weinigen in Nederland die pal stond voor nieuwe muziek. Niet alleen Mahler, maar ook Strauss, Stravinsky en Schönberg kregen bij zijn Concertgebouworkest ruim baan hun nieuwe werken te presenteren.
Voor Mahler in het bijzonder had Mengelberg ontegenzeggelijk een zwak. Het is aan zijn niet aflatende liefde voor diens muziek te danken dat er al begin 20e eeuw de kiem van een Mahlertraditie in Nederland werd gelegd.

Het begin van deze traditie werd gekneed uit de uitnodigingen van Mengelberg aan Mahler om zelf de Nederlandse premières van zijn symfonieën te dirigeren. Uitnodigingen die Mahler met beide handen aangreep, want zo wonderwel werd zijn werk niet gewaardeerd in zijn eerste vaderland, Oostenrijk. Althans, niet bij leven.

En dus schreef Mahler aan Mengelberg na zijn eerste bezoek: ‘ik heb het gevoel dat ik in Amsterdam een tweede muzikaal vaderland heb gevonden.’ (waaruit blijkt dat de gevoelens van Mahler voor Nederland toch iets genuanceerder lagen dan men graag doet veronderstellen).

Das Wichtigste steht nicht in den Noten

Mahler repeteerde voor elke symfonie die hij hier in Nederland in première bracht met het Concertgebouworkest. Uitvoerig. En Mengelberg zat dan in de zaal om aantekeningen te maken. Ook heel uitvoerig. Immers: ‘Das Wichtigste steht nicht in den Noten’, was een veel gehoorde uitspraak van Mahler. Mengelberg deed zijn best zo veel mogelijk van de wereld van Mahler achter de noten te noteren om zo als dirigent zijn werk zo puur mogelijk voor het voetlicht te kunnen brengen.
Juist deze annotaties vormen nu de basis van ‘onze’ Mahlertraditie. Want niet alleen Mengelberg gebruikte deze annotaties voor latere opvoeringen van Mahlers werk, ook chef-dirigenten als Haitink, Chailly en Jansons hebben de opmerkingen van Mengelberg nauwkeurig bestudeerd.

Willem Mengelberg, Gustav Mahler en Alphons Diepenbrock op de hei
Willem Mengelberg, Gustav Mahler en Alphons Diepenbrock op de hei

Amsterdam als Mahlers ‘Bayreuth’

Mahler overleed vrij plotseling in 1911. Dat weerhield Mengelberg er niet van om in tegenwoordige tijd over zijn geliefde Mahler te blijven praten. En belangrijker nog: zijn muziek te blijven programmeren. Zijn 25-jarig jubileum bij het Concertgebouw in 1920 zag Mengelberg als kans om een heus Mahler Festival te organiseren. Amsterdam moest voor Mahler worden, wat Bayreuth voor Wagner was. Dat leek behoorlijk gelukt in 1920. En afgezien van een donkere periode tijdens de Tweede Wereldoorlog is Mahler altijd hoog op de agenda van het Concertgebouworkest blijven staan. Decennium na decennium na decennium. De online programmering van het Mahler Festival geeft daar een goed beeld van.

De streamings van het Mahler Festival 2020 zijn niet meer toegankelijk.

MUSICO Thuistheater: Ritratto

Koesteringspatina. Het is verreweg het mooiste woord dat ik tegenkwam bij de voorbereiding op dit blog. Zo noemt men de plek op bronzen beelden die gaat oplichten als deze vaak wordt aangeraakt door bijvoorbeeld pelgrims. Gabriel d’Annunzio, een van de hoofdpersonen van de opera Ritratto kreeg zo’n plek op zijn kostuum rond het kruis om zijn fallische obsessie vorm te geven.

Een levend kunstwerk

Gabriel d’Annunzio was lange tijd de minnaar van Luisa Casati, over wie Ritratto gaat. Luisa Casati, voluit Luisa Camillo Casati Stampa di Soncino, Marchese di Roma, was een puissant rijke vrouw in de eerste helft van de 20e eeuw. Invulling in haar leven vond zij door muze te zijn voor kunstenaars en van haar zelf een levend kunstwerk te maken. Dat betekende uitwandelen gaan met een in goud gekleurde bediende en twee luipaarden en zelf gekleed in niet meer dan een bontjas. Maar het betekende gelukkig ook dat ze een enorme schare aan kunstenaars de kans gaf werk te maken. Een levend kunstwerk is immers geen blijvende kunst. Geschilderde portretten wel.

En zo komen onder meer de kunstenaars Léon Bakst, Man Ray, Cecil Beaton, Kees van Dongen en Romaine Brooks in haar leven. Zij legden haar vast in ruim 200 portretten. Maar ook mensen als Sergei Diaghilev en dus ook Gabriele d’Annunzio, de zeer gevierde dichter met vele verhoudingen, romances en affaires op zijn cv.

Fantasia en verita

Voor de opera Ritratto brachten componist Willem Jeths en librettist Frank Siera het leven van Luisa Casati samen tot een anderhalf durende opera, een zoektocht naar ‘fantasia e verita’ (fantasie en waarheid). Want wat is de waarde van kunst en vooral van levende kunst, als de wereld in brand lijkt te staan? De opera speelt zich af tijdens een feestavond; Luisa Casati was beroemd om haar extravagante feesten. En op het toneel heeft zich een dwarsdoorsnede uit de kunstenaars en minnaars verzameld waarmee Casati zich zo graag omringde: niet alleen Gabriele d’Annunzio maar ook Kees van Dongen, Man Ray, Jacop Epstein, Filippo Marinetti, Sergei Diaghilev en Romaine Brooks. Kunstenaars die elkaar in het echt nooit zo op een avond hebben ontmoet.

Koesteringspatina met rozenblaadjes

Jan Taminiau ontwierp de kostuums voor de opera. Prachtige creaties, bizar en met voor Gabriele d’Annunzio dus dat koesteringspatina rond zijn kruis. Er hangt daar ook een soort bakje waar dan weer heel schattig rozenblaadjes uit gestrooid kunnen worden.
Voor Romaine Brooks echter een ‘gewoon’ rokkostuum. Zij lijkt in de opera de enige te zijn die meer waarde hecht aan ‘verita’ dan aan ‘fantasia’.

Willem Jeths schreef toegankelijke maar wel heel intense muziek, met hier en daar citaten uit de muziekgeschiedenis bij wijze van herkenningspunten (zo komt onder meer Tristan & Isolde voorbij). En waar de belichting op het toneel heel sober is, speelt Jeths in de muziek voortdurend met kleur.

Interview Els de Graaff & Remco Roovers

Luister hieronder naar een interview dat Remco Roovers had met MUSICO-reizigster Els de Graaff die betrokken is bij de Nationale Opera Studio. Ritratto is speciaal geschreven voor de Nationale Opera Studio.

Vraaggesprek over Ritratto en de Nationale Opera Studio

En hier nogmaals de link naar de podcast van Radio4 over de voorbereiding op deze opera.

https://www.nporadio4.nl/podcasts/making-an-opera

En tot slot uiteraard de link naar de streaming van deze opera. Deze streaming blijft beschikbaar zolang De Nationale Opera gesloten blijft in verband met het coronavirus.

Ritratto van Willem Jeths

Strijkkwartet Biënnale Amsterdam – poort naar een andere wereld

‘Muziek opent een poort naar een wereld waarvan je niet wist dat hij bestond.’ Dit citaat van de Componist des Vaderlands Calliope Tsoupaki geldt beslist voor een hoop schatten van ruim 200 jaar strijkkwartetmuziek die als de schone slaapster wachten om bespeurd en geproefd te worden. Maar waar vinden we de rust en ruimte voor een kamermuziek-retraite om ons volledig over te kunnen geven aan strijkkwartetten? Stelt u zich eens voor: de crème de la crème van wereldklasse-strijkkwartetten van ochtend tot avond beleven, zonder ver te hoeven reizen! Eind januari 2020, op de tweede editie van de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam (SQBA), wordt het werkelijkheid!

Inwijding voor beginners en gevorderden

Tijdens de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam krijgt de lumineuze ruimte van het Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ de gestalte van een gigantisch kamermuziekschepsel: iedere hoek van het gebouw klinkt, ademt, wemelt en babbelt strijkkwartet.

In de concerten kunt u inzoomen op de rijke schakeringen van de vertrouwde klassiekers Mozart, Haydn, Beethoven, Brahms en Verdi, óf een muzikale reis maken naar onbekende(re) sterrenstelsels met kwartetten uit recente decennia, onverwachte componisten en opmerkelijke (sub)culturen.

Terug in de foyers, buiten adem van schoonheid (als het goed is), komt u terecht in een ‘bazaar’ van instrumentenbouwers en boekhandelaren, coffee talks en uitvoerende strijkkwartet-novicen, vers uit conservatoria. Experts gidsen u in de achtergronden en tricks of the trade tijdens voorprogramma’s en masterclasses. Musici onthullen geheimen van hun levenslange opgravingen naar bronnen van de muziek en emotie. Hierna kijkt u met andere ogen naar de uitgekristalliseerde resultaten op het podium; de ultiem geconcentreerde uitvoeringen met totale vrijheid om op elkaars kleinste gestes te kunnen reageren.  

Leoš Janáček
Leoš Janáček

Intieme brieven en de urgentie van iedere noot   

Intieme brieven, dat is niet alléén de titel van het kwartet van Leoš Janáček, gespeeld in het allereerste concert van de MUSICO-reis. Dat zijn volgens mij álle strijkkwartetten en uitvoeringen daarvan per definitie. Je begint pas aan een strijkkwartet als je echt iets te zeggen hebt. Strijkkwartetmuziek is ontstaan uit de diepste, eerlijkste en niet zelden finale, ‘testamentaire’ gevoelens van componisten. En zo is er in openhartige en democratische communicatie van het kwartetspel nauwelijks ruimte voor egoïsme of effectbejag.

Liefdesmanifest

Janáček schreef zijn kwartet, een liefdesmanifest (op basis van zijn 700 liefdesbrieven) met de houding die grote componisten ongetwijfeld met elkaar delen: “Ik beweer dat een noot géén betekenis kan hebben tenzij het diepgeworteld is in het leven, bloed en aarde; anders is het slechts waardeloos speelgoed.” De altviolist van het Doric String Quartet beschrijft wat diezelfde instelling voor uitvoerende kwartet-musici betekent: ‘…als je je leven wijdt aan het kwartet, is er niets vrijblijvends; iedere noot telt, elk concert is cruciaal!’

Het Doric String Quartet  (Foto: George Garnier)
Het Doric String Quartet (Foto: George Garnier)

Geheimen van menselijke omgang

Het strijkkwartet is een ware microkosmos van menselijke omgang, en spelen in een strijkkwartet is misschien het moeilijkste bestaan als musicus. Dat op wereldniveau te doen is alleen mogelijk als je obsessief toegewijd bent en je totaal blootstelt aan het ensemble, waarmee je meer tijd doorbrengt dan met wie dan ook in je leven. Het wordt doorgaans niet voor niets vergeleken met liefdesrelaties, of een huwelijk met drie anderen!

Op z’n best ben je samen op reis, op alle niveaus: fysiek, mentaal én spiritueel. Op z’n slechts kom je elkaar het liefst niet eens tegen in dezelfde hotel, en zie je elkaar – naast op het podium tijdens concerten – vaker in een spreekkamer van een psychiater. Deze pijngrens hebben enkele wereldberoemde kwartetten al ooit overschreden.

De violist van het Cuarteto Quiroga beschreef het musiceren in een strijkkwartet als de hoogste kunst van ‘het radicaal luisteren’ naar elkaar. Dat is dé voorwaarde voor álle vruchtbare communicatie; muzikaal, politiek of gewoon menselijk. Deze hoopgevende boodschappen weerklinken in de werken van juist de levende componisten van het festival.

Cuarteto Quiroga (Foto: Josep Molina)
Cuarteto Quiroga (Foto: Josep Molina)

Boodschappen uit hogere sferen en ruis van twitter-feeds

Praktisch alle strijkkwartetwerken zijn verweven met elkaar in een zichtbaar en onzichtbaar web van kruisverbanden: door inspiratie en imitatie van elkaar, of juist door betwisting van het gedachtegoed van de voorgangers, (klassieke) oermodellen en ideaalbeelden. 

Het iconische stuk van een van de ‘dissidenten’, de Franse componist Henri Dutilleux, het kwartet Ainsi la Nuit, wordt zowel muzikaal als verbaal uitgelicht: in een concert én een masterclass.  

Emotioneel en spiritueel intens

De Letse componist Pēteris Vasks, bekend om emotioneel en spiritueel intense werken met vaak maatschappelijk relevante boodschappen, mijmert in zijn Vierde strijkkwartet over zowel tragische als verheugende krachten in de hele twintigste eeuw. Deze muziek is een fraai voorbeeld van een eigentijds stuk dat ‘niet probeert anders te zijn om indruk te maken, maar indruk maakt door vertrouwd te zijn’.

Hidden Agendas – kwartet voor het twitter-tijdperk, een stuk van de op het festival (als altviolist) spelende componist Brett Dean legt de vinger aan de pols van actualiteiten, de uitdagingen van ons democratische wereldbeeld. Hoewel ‘gewillig of weifelend’, vinden de spelers elkaar terug in de muziek, zoals het hoort bij een strijkkwartet.

De essentie van grootsheid

Ludwig van Beethoven, vrijwel onbetwist de grootste meester in de strijkkwartetgeschiedenis, die machtige ‘schaduw’ waartoe andere componisten zich altijd hebben moeten verhouden, en de jarige job van het jaar 2020, blijft ons verwarren. Zijn allerlaatste voltooide werk, het Strijkkwartet op. 135 – met de mysterieuze aantekening in de partituur “Muß es sein? Es muß sein! Es muß sein!” – blijkt toch géén existentiële beschouwing van een naderend levenseinde, maar slechts een humoristische woordenwisseling over triviale huishoudelijke geldzaken.

Fragment uit het Strijkkwartet op. 135 van Beethoven, met de woorden “Muß es sein? Es muß sein! Es muß sein!” (daaronder ook in het Frans)

Toch zou ik uitzoomen van de ogenschijnlijk lichte stemming van deze muziek naar de gedachtewereld van grootheden. Volgens Beethoven én zijn literaire idool Shakespeare is ‘komedie geenszins een minderwaardigere vorm dan tragedie, maar een ware tegenpool ervan; viering van het menselijke in alles’.

De Strijkkwartet Biënnale Amsterdam, een viering van ál het menselijke in de strijkkwartetmuziek onder deze eenmalige sterrenconstellatie van deelnemers, kan ook bij u een gevoelige snaar raken.

Mis het niet!