Janine Jansen

Het is niet overdreven om de foto die Marco Borggreve maakte van stervioliste Janine Jansen iconisch te noemen. Zonder dat we een gezicht zien, weten we immers dat de persoon op de foto Janine Jansen is. Vol energie, passie en met haar instrument centraal in beeld.  In de afgelopen twintig jaar heeft Janine Jansen de klassieke-muziekwereld stevig wakker geschud. Met haar ontwapenende podiumprésence en magnifieke technische vaardigheid veroverde de violiste alle muziekpodia. Volgens The New York Times behoort ze tot de belangrijkste solisten van de wereld. ‘Ze is een scherpzinnige luisteraar, en als kamermuziekpartner zo bedreven en innig als je maar kunt wensen.’ Ze imponeert als een echt ‘muziekdier’. Wie haar wel eens live heeft zien optreden, zal dat ook ervaren hebben. Die gedrevenheid, dat engagement. Muziek is alles voor haar.

Janine Jansen (foto Marco Borggreve)

Eigenlijk zijn we allemaal zangers

Janine groeide op in een muzikaal nest. Haar vader en haar opa verzorgen decennialang de muziek in de Dom van Utrecht. Haar ouders over haar jeugd: ‘We zijn eigenlijk allemaal zangers. Bundels op tafel, Ars Musica, en zingen maar – dat was vroeger het adagium. Als het even kon meerstemmig. Veel kinderliedjes zongen we ook. Een dirigent was niet nodig – dat ging vanzelf. Janine kon al liedjes zingen voor ze één jaar was.’ Het is dan ook niet verwonderlijk dat Janine en haar twee broers op piepjonge leeftijd een muziekinstrument kregen. Janine is zes jaar oud als ze viool gaat spelen. Haar talent openbaart zich ogenblikkelijk bij de vermaarde vioolpedagoge Coosje Wijzenbeek. Ze ontwikkelt zich razendsnel, gedragen door een goede lerares en een gezin waarin muziek maken dagelijkse kost is.  Nog heel jong wordt ze aangenomen op het Utrechts conservatorium, waar ze diep onder de indruk raakt van haar leraar Philip Hirschhorn. Deze grote violist, die in 1967 het Koningin Elisabeth Concours won, heeft door onder meer een zwakke gezondheid nooit een grote carrière gemaakt. Hij draagt echter als leraar sterk bij aan Janine’s muzikaal-violistische vorming. Janine studeert aan het conservatorium af met de hoogste onderscheiding.

Ze werkt dan al flink aan haar carrière als soliste, onder meer bij het Concertgebouworkest. De aandacht van de hele wereld krijgt ze vanaf 2002, na haar debuten in Londen en de USA met dirigenten als Vladimir Ashkenazy en Neeme Järvi. Vanaf 2003 brengt een groot contract met het platenlabel Decca haar binnen de kortste keren in de frontlinies van de klassieke muziekwereld.

Man met de hamer

Jarenlang toert ze maand na maand de wereld rond en vindt overal volle zalen. Uit de koffer levend in hotels leiden de werken van de grote componisten haar van grote zaal naar grote zaal, van continent naar continent. Dat is slopend en op dertigduizend voet hoogte is het slecht slapen. Nooit eerder dan in onze tijd, met al zijn media en snelle transport, wordt er door de wereld zo’n beslag gelegd op vertolkers van klassieke muziek. Janine houdt het lang vol, jong en gedreven als ze is, maar rond 2010 weet de spreekwoordelijke man met de hamer haar te vinden. De klap komt hard aan. Janine begeeft zich spoorslags in retraite. Lang duurt het echter niet eer ze zich weer openbaart aan de wereld. Fris als altijd bestijgt ze het podium en laat als tevoren van zich horen.

IJzige noten hemels laten klinken

Janine neemt exclusief op voor Decca Classics. Een van haar meest recente opnames 12 Stradivari is een unieke verkenning van 12 grote Stradivarius violen en het repertoire dat deze buitengewone instrumenten inspireerde. Het gekozen repertoire is speciaal samengesteld door Janine Jansen om de unieke kwaliteiten van elke viool te laten horen. Onlangs verscheen haar samenwerking met het Oslo Philharmonisch Orkest onder leiding van de Klaus Mäkelä, die unaniem lovend werd onthaald door de pers: ‘Er is geen vioolconcert waarin de solist zo’n broze, dissonante inzet heeft als het Vioolconcert van Jean Sibelius. En er zijn maar weinig violisten die de ijzige beginnoten hemels kunnen laten klinken. Janine Jansen is er daar absoluut één van. Op haar nieuwe album neemt ze het orkest op sleeptouw met een klank als glinsterende sneeuwbloemen op het raam.’ (De Volkskrant)

Klein voorproefje van het Vioolconcert van Sibelius door Janine Jansen, samen met het Orchestre de Paris onder leiding van Klaus Mäkelä, maar 2023)

Een nieuwe stem

Niets zo veranderlijk als de mens. Of ja, toch wel: niets zo veranderlijk als de menselijke stem! Bedenk maar eens wat een stem kan uitdrukken. Elke emotie – van zielsgelukkig, tot intens verdrietig – kan door onze stem feilloos in geluid worden omgezet. Als mens worden we geboren zonder woorden, zonder taal, maar de vocale emotie is vanaf dag één aanwezig. De moeder herkent aan het huiltje van haar spruit, waar op dat moment behoefte aan is: eten, aandacht of misschien een schone luier?

Voordat we volwassen zijn, maakt de stem een hele ontwikkeling door. Onder invloed van hormonen, de groei van onze schedel en de toenemende kracht van de spieren, verandert ook onze stem langzaam. Bij jongens is dat natuurlijk het meest opvallend. Hun stem moet bijna een octaaf dalen, en bij de meesten gaat dat niet zonder de nodige vocale glibberpartijen gepaard. Net als je denkt dat je definitief tot de grote jongens hoort, piept je kinderstem er nog even tussendoor. Bah, puberteit!

De ontwikkeling van de zanger kent wat dat betreft ook geen eindpunt. Veel zaken kunnen invloed uitoefenen op het timbre van de stem, maar ook op de omvang, de souplesse, de power en ga zo maar door. De stem is een ‘work in progress’, je hele leven lang!

Van ‘jugendlich’ naar duistere mezzosopraan

De grootste zangers zijn in staat om hun fans mee te nemen in hun vocale ontwikkeling. Als voorbeeld van een wel heel extreme ontwikkeling moeten we hier natuurlijk de zangeres Leonie Rysanek noemen. Zij was als een van de weinigen in staat om de drie grote vrouwenrollen te zingen in de opera Elektra van Richard Strauss. Ze begon als ‘jugendlich dramatische’ sopraan in de rol van het ietwat labiele zusje Chrysothemis, liet zich vervolgens door Karl Böhm verleiden om de titelrol te zingen (een hoog-dramatische sopraanpartij) en sloot haar carrière af met de rol van Klytaemnestra, een zeer duistere mezzosopraanrol.

Een nog jonge Leonie Rysanek Chrysothemis’ monoloog in Elektra van Richard Strauss (Wiener Staatsoper o.l.v. Karl Böhm en met Birgit Nilson als Elektra, tijdens de World Expo in Montreal 1967, live-uitvoering)

Leonie Rysanek als Klytemnestra in Elektra van Richard Strauss (Radio France Philharmonic o.l.v Marek Janowski met Gwyneth Jones als Elektra en Elisabeth Connell als Chrysothemis, Orange Theater 1991, live-uitvoering)

Tenor of bariton? Nee, dirigent

Een ander – ook zeer uniek – voorbeeld is Placido Domingo. Hij begon zijn carrière als tenor en maakte altijd indruk om zijn zeer energieke manier van zingen. De allerhoogste topnoten konden hierdoor wel eens onder druk komen te staan, maar zijn sterke acteertalent maakte dat helemaal goed. Inmiddels is Domingo aan een volgende carrière bezig en wel als bariton. Bovendien toont hij zich ook als een niet onverdienstelijk dirigent, en ondanks dat hij wat averij heeft opgelopen in me-too-affaires, is zijn carriere toch wel historisch te noemen.

Maar ook de dame die op de MUSICO-kalender 2024 gekoppeld is aan de maand mei kan er wat van. Aanvankelijk werd Anna Netrebko nogal denigrerend weggezet als hoezenpoes of Gergievs vriendin, maar ze ontwikkelde zich toch snel tot dé diva van haar tijd. Niet alleen met haar uiterlijk en haar charme wist ze het publiek voor zich te winnen.

Assepoester – omdat het zo lekker klinkt

Netrebko werd de operawereld in geslingerd met een enigszins aangedikt Assepoester-verhaal. Ze zou ontdekt zijn terwijl ze de vloeren van het Mariinsky-theater boende, maar feit is dat ze reeds op 23-jarige leeftijd debuteerde als Susanna in Le Nozze di Figaro. Dirigent Valery Gergiev onderkende haar talent en nam haar in 1994 mee op een internationale tournee met Roeslan en Ljudmilla (Glinka) waarmee ze gelijk hele goede kritieken kreeg. De rollen die ze daarna in steeds vooraanstaandere operahuizen ging zingen, kenmerkten zich door een grote lyriek en gedegen belcanto techniek.

Anna Netrebko als Susanna in Le nozze di Figaro van Mozart (Mariinsky Theater, april 1994)

Vanaf ongeveer 2010 valt op dat ze zwaardere rollen kiest. Waarschijnlijk moeten we dat niet geheel los zien van het feit dat ze in 2009 moeder was geworden. Er verandert dan veel in het vrouwenlichaam, zowel hormonaal als ook fysiologisch. Het lichaam kan na een zwangerschap vaak grotere krachten aan en de beste operazangeressen weten die verandering om te zetten naar een andere kleurenpalet van de stem. Zwaardere Verdi-rollen als Leonora in Il trovatore, en de titelrollen in Giovanna d’Arco en Aida zijn hier voorbeelden van. Maar uiteraard komen dan ook de zwaardere Puccini-rollen binnen handbereik: Tosca uit de gelijknamige opera is natuurlijk voor elke zichzelf respecterende operadiva het nec plus ultra, omdat deze rol ook gaat over het diva-dom en de verweving van een privéleven met een leven op het operatoneel.

Wijsheid: liever luisteraar in de zaal

Toch kent de menselijke stem zijn grenzen en het verraadt werkelijk talent om die grenzen in te zien en te onderkennen. Netrebko liet zich verleiden tot het zingen van Elsa in Lohengrin van Wagner. Ze had hier al jaren van gedroomd, zei ze in een interview. Maar na gedane zaken (er is een opname van onder leiding van Christian Thielemann) gaf ze toe dat deze stap wellicht niet de wijste was geweest. ‘Er zijn talloze sopranen die dit beter doen. Ik vind deze rol zo prachtig, maar ze past me eenvoudigweg niet zo goed. Ik kan dan beter in de zaal gaan zitten als luisteraar’.

Net als Placido Domingo werd ook Anna Netrebko onderwerp van een internationale cancel-campagne. Wel om een heel andere reden. Negatieve momenten waren het onderschrijven van een petitie voor de terugkeer van Poetin als president in 2012, het poseren voor een Russische seperatistenvlag in 2014 en het doneren van € 15.000 ten gunste van het operahuis van Donetsk (destijds onder Russische invloedssfeer gekomen). Toen Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel, nam ze volgens velen niet voldoende afstand van deze oorlogsdaad. Er kwam protesten op de plekken waar ze op zou treden en veel operahuizen sloten hun deuren voor haar. Dit zou echter niet lang duren. In tegenstelling tot haar ontdekker Valery Gergiev kwam ze met een verklaring waarin ze zich distantieerde, zei een aantal patriottistische optredens in Rusland af (en werd in het staatsblad Pravda gelijk voor ‘zwakke vrouw’ en ‘landverrader’ uitgemaakt). Haar eerste opera-optreden vond al heel snel weer plaats in april 2022 in Monaco, waar ze inviel voor een zieke collega (voor een sopraan van haar statuur eigenlijk iets onvoorstelbaars om te doen).

Vissi d’arte – ik leefde voor de kunst

Toch is nog steeds niet alles rustig om haar heen. Oekraïne heeft haar op een internationale sanctielijst gezet en ze heeft daar een inreisverbod. Toen ze in 2023 optrad in Baden-Baden, protesteerden Oekraïense musici door hun medewerking af te zeggen en met de Metropolitan Opera vecht ze nog steeds een juridische strijd uit die gaat over $ 350.000 schadevergoeding wegens door het operahuis afgezegde concerten.

De tijd zal leren of de openingsfrase van Tosca’s aria ook op Netrebko van toepassing zullen zijn:

Vissi d’arte, vissi d’amore,
non feci mai male ad anima viva!

(ik leefde voor de kunst, ik leefde voor de liefde,
Ik heb nog nooit iemand kwaad gedaan!)

Anna Netrebko in ‘Vissi d’Arte’ uit Tosca van Puccini (o.l.v.Riccardo Chailly en met Luca Salsi als Scarpia, Teatro alla Scala, 7 december 2019)

De tijdloze Tebaldi

Wat is het eerste dat je als rechtgeaarde sopraan te binnen schiet als iemand je vraagt een blog te schrijven over Renata Tebaldi?

(Het was 1 februari 100 jaar geleden dat ze geboren werd, vandaar…)

Juist, misschien schiet het de lezer dezes, zijnde geen ‘echte’ sopraan, niet meteen te binnen, maar een échte sopraan denkt meteen aan sopranennijd: de eeuwige ‘vete’ tussen Tebaldi en Callas… Ik zat er ook meteen om te grinniken, toen de vraag gesteld werd. Het deugt natuurlijk niet dat je meteen naar zo’n sopranennijdverhaal schiet, maar ja, de ware aard laat zich nou eenmaal niet verloochenen, en al helemaal niet de ware aard van een sopraan…

Renata Tebaldi in 194
Renata Tebaldi

Ter voorbereiding op dit blog besloot ik relatief lang te wachten met het beginnen van schrijven, maar eerst eens te kijken wat ik kon kijken en luisteren over Tebaldi, gewoon als min of meer argeloze toeschouwer.

Sopranennijd

En dus zette ik me op een avond-alleen-thuis op de bank met een haakwerkje en legde de afstandsbediening en een logboekje-met-pen binnen handbereik. YouTube biedt een mer à boire en voor ik het wist was ik anderhalf uur verder en zat ik mijn hoofd te schudden en mij gepast te schamen over de term sopranennijd. Tebaldi heeft die namelijk helemaal niet nodig (Callas trouwens ook niet); ze staat authentiek en stevig op zichzelf.

Na al die tijd opera-opnames staat ze voor mij nog steeds in de top 10 van allerbeste sopranen ooit, alle belabberde en verouderde opnametechnieken ten spijt. Ze heeft het ook allerminst verdiend die term om haar oren te krijgen, al zal ze er geen last meer van hebben, ze stierf in 2004. Dus we houden erover op, gaan eens kijken hoe haar zangersleven verliep, en luisteren en kijken naar een paar aria’s die ik voor u heb uitgezocht, ter bespreking. Vooral mijn lievelingsaria’s trouwens, ik zou ik niet zijn als ik niet schaamteloos van de gelegenheid zou profiteren…

Renata Ersilia Clotilde Tebaldi wordt geboren in Pesaro op 1 februari 1922.
Ze begint in 1940 zang te studeren bij Carmen Melis en debuteert vier jaar later in de rol van Elena in Boito’s Mefistofele. Het is het begin van een lange carrière, die haar naar alle grote operahuizen van de wereld zou brengen.

Otello

Ergens las ik ’Renata Tebaldi, de oprechte’, nou die titel is verdiend. Luister maar eens naar het ‘Wilgenlied’ van Desdemona uit Verdi’s Otello, opgenomen in 1962, met aansluitend het Ave Maria. Werkelijk prachtig. nergens larmoyant, overal gedoseerd. Ze trekt je meteen binnen in haar wereld. Ik zat ademloos te luisteren de hele ruim 13 minuten lang. Spatzuiver (de begeleiding is minimaal, veel a capella, onzuiverheid ligt op de loer), zonder te veel vibrato. Overigens hulde voor de vrouw die vertrouwelinge Emilia speelt en zingt: al die tijd maar twee woorden te zingen (‘il vento’, de wind…) en er voortdurend stil acterend bij zijn.

La canzonde del salice / Ave Maria uit Otello van Verdi, door Renata Tebaldi (Berlijn, 1962)

Let op hoe ze prachtig de onderstroom gaande houdt in het Ave Maria. Er zitten grote instrumentale pauzes tussen de stukjes. Het is net alsof ze innerlijk dóórbidt, zo mooi gedoseerd. Als je namelijk die onderstroom níet gaande houdt, verlies je de aandacht.

Prachtig naspel trouwens, van Giuseppe Verdi, die dalende chromatische lijn in de strijkers.

(Weet u wat trouwens leuk is… als u de stukjes over de aria’s doorgelezen hebt, de aria nóg een keer afspelen, u ziet en hoort dan allemaal weer mooie nieuwe dingen!)

Puccini

Even later kom ik de opname tegen uit Puccini’s La bohème ‘Mi chiamono Mimí’, al even oprecht en puur (je ziet de roos waar ze tegen het einde over zingt bijna opschieten uit het groen) en die is óók zo mooi om op te nemen…

Mi chiamono Mimí uit La bohème van Puccini, door Renata Tebaldi & Orchestra Sinfonica Nazionale della RAI di Mila

Mijn lievelingsaria (de enige die ik nog echt uit het hoofd kan zingen) is ‘Vissi d’arte’ uit Tosca. Die doet ze heel anders dan ik ‘m gezongen heb… Ze kiest voor andere momenten om te ademen en de ‘boogjes’ waarmee ze af en toe op de tonen landt (en er nooit onderdoor zakt, zoals sommige andere sopranen) zijn een beetje uit de mode tegenwoordig. Je kunt hier trouwens goed zien wat haar ademtechniek is: ze zit heel rechtop, ze houdt de ‘kolom’ die haar romp is, mooi in één lijn.

Hier is plaats voor een opmerking die ze over techniek maakte in een interview: ‘De stem en de ademhaling zijn als een glas met water met bovenop drijvend een druppel olie. Die olie zakt niet in het water, mengt er ook niet mee, maar blijft drijven.’

Let op hoe de strijkers haar hele melodielijn meespelen; dat doet Puccini heel vaak. Is best fijn voor de solist in kwestie, maar ook gevaarlijk: als je tegen de toon zingt (of te hoog, hetgeen ook gebeurt), val je ongenadig door de mand. Alles is te verstaan, zo zorgvuldig… en die slotnoot!

Vissi d’arte uit Tosca van Puccini, door Renata Tebaldi o.l.v. Franco Patane (Stuttgart, 1961)

En ja, we kunnen het hebben over een ‘mindere’ periode aan het begin van de jaren ’60. Maar debuteren op je 24e, dan meteen in de grote rollen en in 1973 stoppen op precies het goede moment: dat betekent dat je ook goed naar jezelf kunt kijken vanuit een perspectief búiten jezelf. Stoppen op het hoogtepunt. En als je merkt dat het minder goed gaat, jezelf terugtrekken en aan je techniek werken? Pfoe, petje af…

Er is al genoeg over geschreven. Er is trouwens over bijna álles rond haar persoon uitputtend geschreven, wie ben ik om dan te denken dat ik daar nog aan toe kan voegen.

Tebaldi’s lievelingsrol

Laten we eindigen met een van haar lievelingsaria’s van haar lievelingsrol Leonora uit La forza del destino: ‘Pace, mio Dio’.

(Zeer, zeer zijdelings de opmerking dat het de eerste Verdi-aria was die ik ooit zong, een paar jaar nadat ik afstudeerde van het conservatorium. Verdi was een openbaring voor me).

Ik kies toch voor de opname met de het live-acteren uit de opera zelf. Een oude opname, ik meen uit 1958. Geluidskwaliteit is wat mager, maar toch: bij opera hoort ook beeld. Er is een wonderschone opname, live uit La Scala, maar daar heb je alleen foto’s bij, en da’s lang niet zo inspirerend.


Die gemene chromatische stapjes naar beneden aan het begin met slechts een minimale begeleiding, pfoe, en dan prachtig op toon blijven…
Die prachtige topnoot, op 4:13 minuten op de tekst ‘Invan la pace’ waar ze heel precies doseert, het volume laat komen en dan prachtig de tuimeling naar beneden maakt.
En die lekkere hoge bes aan het eind. Het feit dat het publiek het naspel niet afwacht en meteen uitzinnig applaudisseert zegt genoeg…

Pace, pace mio dio uit La forza del destino van Verdi, door Renata Tebaldi

Grazie, Renata Ersilia Clotilde Tebaldi, dat u er was en dat u ons zó verwend hebt met een integer en prachtig geluid, met een integere en prachtige persoonlijkheid, gedurende een topcarrière van meer dan 30 jaar. Grazie mille!

Muziek in tijden van Corona

Wereldwijd hebben operahuizen en concertzalen noodgedwongen de deuren moeten sluiten. Het zijn zware tijden voor musici, die zich soms weken of zelfs maanden hebben voorbereid op producties en concerten die nu geen doorgang kunnen vinden. Maar de crisis maakt ook vindingrijk. Veel artiesten en instellingen grijpen de Corona-crisis aan om hun publiek op andere, vooral digitale manieren, te bereiken. Een kleine bloemlezing van wat opmerkelijke Corona-initiatieven.

Het digitale operahuis

Veel operahuizen en concertzalen openen de digitale deuren. Digitale content is niets nieuws. Veel instellingen doen dat al jaren, maar door de crisis bieden zij die diensten nu tijdelijk gratis aan. Op het MUSICO-blog is al aandacht gegeven aan de voorstellingen van de Metropolitan Opera in New York die nu gratis op het web worden gezet. Elke dag een nieuwe opera: zo komen we de crisis wel door! Maar de Met is zeker niet de enige die hun voorstellingen over de digitale ether brengt. Ook de Weense Staatsoper stelt elke dag gratis een opera te beschikking op hun digitale platform. De Staatsoper Berlin en de Deutsche Oper Berlin zenden bijvoorbeeld tevens enkele succesvolle recente producties uit. En bent u meer fan van traditionele Italiaanse operaproducties? Dan valt er op de web-tv van het Teatro Massimo in Palermo veel te genieten! Waarschijnlijk zullen de meeste grote operahuizen de komende tijd digitaal veel moois uitzenden. Dus zoek uw favoriete operahuis online en kijk wat ze u bieden!

Digitale première

Ook in eigen land zoeken operagezelschappen het digitaal. De fysieke première van de nieuwe opera van Willem Jeths, Ritratto, kon helaas niet doorgaan, maar gelukkig waren er opnames gemaakt van de repetities. Dus vindt op zaterdag 21 maart om 14.00 uur de digitale wereldpremière van dit stuk plaats op YouTube. Ik weet het niet zeker, maar het zou goed kunnen dat dit een primeur is!

Ook de Nederlandse Reisopera heeft de première van hun nieuwste productie, Bruid te koop! moeten uitstellen. Maar hun bejubelde voorstelling van Monteverdi’s L’Orfeo was op zondag 22 maart te zien op NPO 2 Extra. En daarna is de voorstelling nog een jaar te zien ‘on demand’. Een geweldige kans om deze voorstelling, die al snel overal uitverkocht was, alsnog te zien, of er nog een keer van te genieten als u wel zo gelukkig was om een kaartje te hebben bemachtigd.

De Philharmonie in Berlijn: nu digitaal toegankelijk!
De Philharmonie in Berlijn: nu digitaal toegankelijk!

De digitale concertzaal

Ook concertzalen zoeken hun publiek digitaal op. En de grootste bonbondoos van muzikale traktaties vind je ongetwijfeld bij de Berliner Philharmoniker. Die zetten hun digitale concertzaal, met honderden gearchiveerde concerten gespeeld in de Berlijnse Philharmonie, tijdelijk gratis open. Je moet je wel even registeren, en de voucher voor gratis toegang moet je vóór 31 maart inwisselen, maar dan heb je wel genoeg op een paar Corona-crises op rij door te komen!

Musici gaan los op social media

Veel musici zitten nu net als wij thuis in al of niet zelfverkozen quarantaine. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan: er móet muziek gemaakt worden! En dat delen deze musici graag met hun publiek via social media. Twitter en Instagram veranderen zo elke dag weer in een gigantisch huis gevuld met allerlei huiskamerconcerten. Franse violist Renaud Capuçon was een van de eersten die aankondigde elke dag een stuk muziek ten gehore te brengen.

Ook zijn broer Gautier doet mee aan het initiatief, en trakteert ons elke dag op een prachtig stuk op de cello.

Huiskamerconcerten

Meesterpianist Igor Levit geeft zelfs elke dag bijna een heel concert vanuit zijn huiskamer, dat hij op zijn twitterpagina uitzendt. Leuk is dat hij ook nog het een en ander vertelt over de stukken die hij speelt. En aangezien Levit naast een weergaloos pianist ook een begenadigd verteller is, vormt dat zeker een meerwaarde!

Pianist Igor Levit
Pianist Igor Levit

Ook dirigent Iván Fischer en zijn Boedapest Festival Orkest pakken het grootser aan, en zijn een serie huiskamerconcerten gestart onder de naam ‘Quarantine Soirées‘.

Iván Fischer
Dirigent Iván Fischer

Ook Lorenzo Viotti, de toekomstige chef van het Nederlands Philharmonisch Orkest en de Nationale Opera, zit thuis met zijn familie. Niet alleen geeft hij zich onder de hashtag #viottensamenchallenge over aan de nodige sportieve uitdagingen met zijn goede vriend Andreas Ottensamer, de beroemde klarinettist, maar brengt ons ook wat muzikale troost in bange dagen, onder meer met zijn zus, Marina Viotti, een getalenteerde mezzosopraan.

En in de fimpjes van ‘rising star’ Petr Nekoranec, een Tsjechische tenor, speelt zijn kat een belangrijke figurantenrol. Een perfecte combinatie: muziek en kattenfilmpjes! De kat geniet zichtbaar mee als Petr Nekoranec zingt.

En wilt u, net als bas Matthew Rose en cellist Steven Isserlis, de quarantainetijd gebruiken om nieuwe muziek te ontdekken? Volg dan hun gesprekken op Twitter, waarin ze elkaar geregeld stukken sturen die de ander misschien nog niet kent.

Laten we van de thuisblijfnood een deugd maken, en ons laven aan alle muziek die nu digitaal over ons wordt uitgestort!

Lenneke Ruiten – de hokjes voorbij

Sinds 2013, met haar grote doorbraak op het operatoneel als Ophélie in Hamlet van Ambroise Thomas aan de Brusselse Muntschouwburg, verovert Lenneke Ruiten de operawereld in rap tempo. Ze schitterde in producties op het festival in Aix-en-Provence, de Salzburger Festspiele en zelfs in La Scala in Milaan, het heilige der heiligen van de Italiaanse operawereld. Hoe beleeft zij haar succes?

Als ik Lenneke Ruiten opbel, heeft zij er net een pilatessessie op zitten. Gezond van lijf en leden: een absolute noodzaak voor een zanger? ‘Ik zit nu weer in een productie in Brussel waarin ik in bikini over de bühne mag huppelen, dus ja, dan moet je er wel een beetje op letten,’ lacht ze. ‘Maar het is vooral ook voor de conditie, dat is superbelangrijk. Sinds ik dit doe, heb ik veel meer uithoudingsvermogen op het toneel, je merkt het aan je longen, aan alles.’

Lenneke Ruiten (Foto: Thom Janssen)
Lenneke Ruiten (Foto: Thom Janssen)

Een memorabel jaar

Hoe heeft Ruiten 2019 beleefd? Was het een memorabel jaar? ‘Nou, misschien wel het meest memorabele is dat dit het eerste jaar in mijn carrière is, waarin ik het rustiger aan heb gedaan. Dat was eigenlijk heel spectaculair. Ik zit nu sinds 2003 in het vak en ik heb altijd ontzettend hard doorgewerkt. Ik had een beetje zo’n ‘is dit het nou?’-moment. Met name die opera is ontzettend intensief. Het gaat maar door, van de ene naar de andere productie. Vroeger was ik, op zijn zachtst gezegd, nog wel eens verbaasd over operazangers die al een eind in hun carrière zitten en die overal over klaagden, niets meer wilden en alles maar vervelend vonden. Ik dacht alleen maar: ‘jeetje, het lijkt me gewoon zo ontzettend gaaf, dat beroep!’

Lenneke Ruiten als Ophélie in Hamlet van Ambroise Thomas aan de Brusselse Koninklijke Muntschouwburg, haar grote doorbraak als operazangeres
Lenneke Ruiten als Ophélie in Hamlet van Ambroise Thomas aan de Brusselse Koninklijke Muntschouwburg, haar grote doorbraak als operazangeres

Opeens operazangeres

De laatste jaren stonden vooral in het teken van de opera. Was dat een bewuste keuze? ‘Ik ben in 2003 begonnen met het concertvak, met veel succes. Toen ik dat twaalf jaar had gedaan, heb ik ongelooflijk mijn best gedaan om in het operavak te raken. Ik heb wel honderd audities gedaan bij allerlei huizen, zonder succes. Ik ben uiteindelijk door de dirigenten waarmee ik concerten deed, op de operabühne terecht gekomen. Toen ik daar eenmaal stond, was ik opeens een hype. En toen hielden alle concerten opeens op, want nu was ik opeens operazangeres! Dat moet natuurlijk ook weer niet. Ik hoop de komende tijd concerten en opera meer te kunnen combineren.’

Een achtbaan

‘Op een gegeven moment merkte ik ook dat ik te veel deed,’ geeft Ruiten toe. ‘Als je eenmaal in het wereldje zit en je bent geliefd, dan houdt het eigenlijk niet meer op. Alles is leuk, en je plant twee, drie jaar vooruit. Dit jaar vier ik Sinterklaas dus tussen optredens in Florence en repetities in Brussel door. En dan ga ik met mijn zoontje ergens naartoe met vakantie omdat ik daar toevallig concerten hebt. Dan ben je eigenlijk toch niet met vakantie, kun je niet even helemaal uitschakelen. Dat wil ik niet meer; ik wil ook gewoon nog van het leven genieten.’

Stugge operaprojecten

‘Zo’n operaproject is gewoon superstug. Je moet er de hele tijd zijn. Ik was deze maand voor een concert in Florence, op uitnodiging van dirigent Zubin Mehta die overigens ziek werd en vervangen worden door Ádám Fischer. Dat zijn dan net drie dagen waarin ik echt weg kan in vier maanden tijd. Dat is eigenlijk het enige dat ik kan doen. Toevallig valt het Silvesterkonzert ‘Vive la folie’ waar jullie met MUSICO Reizen naartoe gaan, net in de twee weken vakantie die ik heb. En daar ga je weer: ga ik dus met mijn zoontje met vakantie naar Keulen! Toch weer wel…’

Lenneke Ruiten als Konstanze in Die Entfürhing aus dem Serail (De Nationale Opera). De veeleisende aria ‘Martern aller Arten’ is onderdeel van haar Silvesterkonzert
Lenneke Ruiten als Konstanze in Die Entfürhing aus dem Serail (De Nationale Opera). De veeleisende aria ‘Martern aller Arten’ is onderdeel van haar Silvesterkonzert in Keulen

Een parade van succesnummers

‘Maar dit is wel een heel mooi concert natuurlijk. Dat vind ik heel leuk om te doen. Dit is de derde keer dat ik met Oudejaarsavond in de Philharmonie van Keulen sta, heel toevallig. Ik heb het programma zelf samengesteld. Vorig jaar heb ik praktisch hetzelfde programma in Salzburg gedaan, met de Camerata Salzburg. Het zijn superfijne, uitdagende stukken. Al zijn ze qua tekst misschien niet allemaal even passend voor zo’n feestelijke avond,’ merkt Ruiten lachend op. ‘Maar zo’n stuk als ‘Martern aller Arten’ uit Mozarts Die Entführung aus dem Serail is natuurlijk wel een lekkere binnenkomer. Het concert is een beetje een parade van alle rollen waarmee ik heel succesvol ben op dit moment, zoals Lucia en Konstanze.’

Lenneke Ruiten als Lucia in Donizetti’s Lucia di Lammermoor aan de Opéra de Lausanne

Meer romantiek

Op het programma staat ook de grote aria van Violetta uit de eerste akte van Verdi’s La traviata. Een blik op de toekomst? ‘Die rol heb ik nog nooit gezongen, maar dat zou ik wel heel graag doen. Ik heb Gilda gezongen in Rigoletto, maar ik doe eigenlijk niet zoveel belcanto en negentiende eeuw. Het is wel een kant die ik graag op zou gaan. Ik sta zo bekend als Mozart-zangeres dat ik daar altijd maar voor gevraagd wordt. Nu raak ik op die muziek nooit uitgekeken, maar het is wel enorm veeleisend. Je kunt je in Mozart als zangeres nergens verstoppen, je hoort álles. In veel muziek van de negentiende en begin twintigste eeuw kun je net wat meer vrijheid nemen.’

Lenneke Ruiten als Agathe bij de Opéra National du Rhin in Straatsburg
Lenneke Ruiten als Agathe bij de Opéra National du Rhin in Straatsburg

De eerste Agathe

Ruiten zong het afgelopen jaar voor het eerst Agathe in Der Freischütz van Carl Maria von Weber. Een rol die door velen als opstapje wordt gezien naar het Wagner-repertoire. ‘Die rol is mij aangeboden door intendant Eva Kleinitz van Opéra national du Rhin, die helaas in 2019 is overleden. Zij was één van diegenen die in mij meer zag dan alleen een Mozart-sopraan. En Agathe hoeft echt niet zo zwaar gezongen te worden. Ik zing ook Donna Anna en Elvira, die liggen helemaal niet zo ver van Agathe af. Het is een klein huis, we hadden een goede dirigent en een jonge cast. Dan kan ik zo’n rol heel goed zingen, en hoef ik echt niets te forceren. Het is een gewone, mooie, Duitse, vol-lyrische rol. Daar is niets Wagneriaans aan in mijn ogen.’

Lenneke Ruiten zingt Agathes aria ‘Und ob die Wolke sie verhülle’ uit Der Freischütz in een arrangement voor kamermuziekensemble

Hokjesdenken in de opera

Stoort Ruiten zich aan het feit dat men zo snel labels aan zangers en rollen hangt? ‘Ik vind het altijd heel moeilijk om in hokjes te denken. Ik groei, denk ik, wel in het Strauss-vak, en zal vermoedelijk wel rollen gaan zingen als de Kaiserin, Daphne of Ariadne. Die kun je op verschillende manieren bezetten. Zo’n rol als de Kaiserin ligt bijvoorbeeld best wel heel hoog, daar moet je gewoon een goede, lichte hoogte voor hebben. Daar kun je je niet doorheen brullen. Als ik die muziek hoor, kan ik me niet voorstellen dat Strauss dat met die lijnen zo bedoeld heeft, zo zwaar dramatisch. En Wagner idem trouwens. Ik houd helemaal niet van die traditie van dat harde brullen.’

Kan zwaar ook licht?

‘In Florence was ik met Ádám Fischer aan het dineren en hadden we het hierover. Hij dirigeert veel in Wenen: in de Staatsoper hoorde je in de jaren ‘60 en ‘70 stemmen, die zijn zo licht, en flexibel en helder. Ze articuleren fantastisch, spelen met vibrato kunnen prachtig poëtisch zingen. Die hebben een heel andere klank dan wat er tegenwoordig in die huizen allemaal verwacht wordt. Het moet allemaal zo verschrikkelijk hard. En dan wordt het snel zo vormeloos. Ik vraag me dan soms wel eens af waar dat aan ligt. Willen de luisteraars dat, is het een trend? Of aan de zangers zelf? Of aan slechte dirigenten die te weinig overwicht hebben op een orkest en het niet in de hand kunnen houden. Luider is beter, lijkt het, maar dan krijg je toch een heel ander, ongezond stemgeluid. Dan krijg je van die brullers met zo’n enorm vibrato. Dat slaat echt nergens op, dat is soms bijna een octaaf! Dan is het wel hard, maar wat hoor je dan nog, of wat versta je dan nog? Ik vind dat echt zonde.’

Lenneke Ruiten met dirigent John Eliot Gardiner
Lenneke Ruiten met dirigent John Eliot Gardiner

Een ander stuk

‘De orkesten zijn al een tijd gestopt met die heel brede vibrato’s, maar de zangers lopen hierop een beetje achter. Terwijl als je normaal zingt, je heel veel kunt. Ik heb dit jaar bijvoorbeeld het Requiem van Verdi gezongen met Gardiner. Met echt een groot orkest, maar dat was gewoon totaal geen probleem. Gardiner vroeg zelfs steeds of ik nog zachter wilde zingen dan ik al deed. Dan krijg je toch een heel ander stuk. Zonder die dikke vibrato’s hoor je de details in de harmonie van de zangpartijen gewoon veel duidelijker. En toch werd het nergens stijf barok. Ik zeg niet dat het beter is, of dat het alleen zo zou mogen, maar ik vind wel dat het publiek deze stukken ook op die manier zou moeten kunnen horen.’

Speranza Scappucci

Speranza Scappucci is sinds het seizoen 2017-2018 chefdirigent van de Opéra Royal de Wallonie. Ze is de eerste vrouw die deze belangrijke positie in Luik bekleedt. Haar optreden in Aida van Giuseppe Verdi in maart 2019 was een voltreffer.

Wie goed keek, zag Scappucci de bak betreden op comfortabele flatjes, en nadat ze het welkomstapplaus in ontvangst had genomen zette ze snel haar bril op, om de partituur goed te kunnen lezen. Bij het slotapplaus waren de flatjes vervangen door felrode pumps, was de bril verdwenen en maakte de rode bos krullen een verfrissende indruk. IJdelheid is geen enkele dirigent vreemd, man of vrouw!

Speranza Scappucci
Speranza Scappucci

Carrière

Scappucci is het punt waarop louter over haar vrouw-zijn als dirigent wordt gesproken, allang gepasseerd. Ze is een gevestigde naam geworden in een voorheen door louter mannen gedomineerd vak, dat van dirigent. Scappucci is van huis uit pianiste, maar had haar zinnen al vroeg op de dirigentenbok gezet. Ze werd assistent van haar landgenoot Riccardo Muti en sinds 2012 prijkt ze op de internationale muziekprogramma’s. In Nederland werd ze in 2016 uitgenodigd voor een concert in de NTR Zaterdagmatinee, waar ze een tamelijk rolbevestigend programma dirigeerde. En dat betekent: veel Mozart.

Voor haarzelf is Mozart echter een minder platgetreden pad dan voor de meeste programmeurs. Toen ze in Glasgow voor de Scottish Opera Don Giovanni mocht dirigeren, wist ze dat ze deze opera in haar mars had. Jarenlang had ze als vocal coach vele zangers door het werk heen geloodst. Toch kocht ze een nieuwe partituur en ging de opera te lijf alsof elke noot nieuw voor haar was. Dat had ze geleerd van Muti: al had hij een werk al 100 keer gedirigeerd, hij bleef er hard op studeren. Er kon altijd nog een detail boven tafel komen dat hem nooit eerder was opgevallen. Na Glasgow volgden meer operacontracten, bij belangrijke operahuizen. Zo dirigeerde ze bij de Opera van Los Angeles La bohème van Puccini. Ook bij de Wiener Staatsoper is ze een graag geziene gast. Ze dirigeerde hier La Cenerentola (Rossini), L’elisir d’amore (Donizetti) en eveneens wederom La bohème. Een eervolle opdracht viel haar te beurt toen ze in 2017 het operabal mocht dirigeren met de fameuze tenor Jonas Kaufmann aan haar zijde.

Opéra Royal de Wallonie in Luik

De suggestie van een symfonieorkest

Voor Scappucci is het vanzelfsprekend dat ze het dirigentenvak benadert vanuit het operarepertoire. Als pianiste belandde ze al snel in het vak van koorrepetitor; de operapianist die de repetities begeleidt en in zijn eentje de suggestie van een groot symfonieorkest moet wekken. Daarnaast is de koorrepetitor steun en toeverlaat voor veel zangers. Een goede koorrepetitor kan de spil van een operahuis of -productie zijn. Scappucci deed dit werk op het allerhoogste niveau: de operahuizen en muziekfestivals in Salzburg, Rome, Wenen, New York en Chicago waren regelmatige bestemmingen voor haar. Ze bereidde producties voor dirigenten Zubin Mehta en Daniele Gati voor. Zes zomers lang bivakkeerde ze in Glyndebourne. De sprong van pianist naar dirigent waagde Scappucci in Yale. Hier werd ze gevraagd om voor een conservatoriumproductie Cosi fan tutte te dirigeren. In een interview zegt ze: “Ik hoefde niet te twijfelen, ik snapte hoe muziek werkt, ik kon mijn armen optillen, dus kon ik ook dirigeren!”

Leiding in Luik

In Luik geeft Scappucci voor het eerst leiding aan een operahuis. Naast het dirigeren zal ze ook grote invloed hebben op het bepalen van de strategie van het operahuis. Welke titels komen op het repertoire? Met welke zangers wil het operahuis zich afficheren? Maar vooral: hoe bewaakt ze de kwaliteit van het koor en orkest, de muzikale ruggengraat van een operahuis. Dat die ruggengraat stevig en flexibel tegelijkertijd is, werd duidelijk in de uitvoering van Aida van Verdi. Speranza Scappucci dirigeerde uiterst energiek en enigszins streng. Ze nam de tempi aan de hoge kant en wist toch in de grote ensembles (Concertato in de tweede akte) de zaak goed in haar greep te houden. Als voormalig koorrepetitor kon ze de zangers perfect te ondersteunen, en bloeide de meeste hoofdrollen op gedurende de voorstelling. De sfeer tussen dirigent en orkest leek goed te zijn. Bij het slotapplaus bedankte ze (als een gevierd symfonisch dirigent) de verschillende orkestgroepen en zette zo ‘haar’ orkest vol in het (voorjaars) zonnetje!

Wendy Roobol – sopraan zonder hoogtevrees

Koffiedrinken met een andere Camino-ganger, dat voelt bijna als thuiskomen bij je familie. Zo ervoer ik ontmoeting die ik had met Wendy Roobol. Wendy is sopraan en ik kende haar naam al langere tijd uit het muziekwereldje. We hadden elkaar ook wel eens de hand geschud en we waren ook facebook-”vrienden”. Maar zoals iedereen weet is die Facebookwereld flinterdun.

Toch was Wendy me bijgebleven. Ik wist (opnieuw via-via) dat ze een keer het zelfde pad (de ‘camino’) naar Santiago de Compostela had gelopen (2014) en heel af en toe liet ze tijdens mijn eigen tocht in 2018 weten dat mijn verhalen en filmpjes allerlei herinnering bij haar naar boven brachten. Toen Wendy recent haar nieuwe website lanceerde vond ik dat het aangewezen moment om deze bijzondere zangeres eens wat beter te leren kennen.

Wie op haar website rondsnuffelt, leert gelijk een heleboel over haar. Natuurlijk kom je haar CV te weten, kun je lezen waar ze heeft gezongen en wat er zoal op de agenda staat. Maar daarnaast geeft haar website ook een kijkje in haar ziel en passie. Zo kom je er al snel achter dat ze gek is op wandelen en dat ze niet terugdeinst voor (extreme) uitdagingen.

De meeste zangeressen moet je niet een paar uur in een wetsuit in het water leggen en dan laten zingen, maar ik vind het heerlijk!

“Uitdagingen zijn er in mijn werk volop te vinden. Ik zing veel passies, cantates en concerten, maar optredens waar net dat beetje extra van me wordt gevraagd, vind ik heerlijk. In Nijetrijne bijvoorbeeld. Daar worden elke zomer opera’s opgevoerd in natuurgebied de Rottige Meente op de grens van Friesland en Overijssel. Aan de oever van het riviertje de Scheene luister het publiek  naar 18e eeuwse komische opera’s in Nederlandse hertalingen. Uiteraard maakt de regisseur dankbaar gebruik van het natuurlijke decor. Maar soms vergt dat wel het uiterste van de medewerkers. Zo was ik 2018 een tovenares in de opera Orlando Paladino. Lange tijd lag ik in het koude water te wachten op het moment dat ik moest zingen. De meeste zangers vinden dit niets, maar ik vond het heerlijk spannend!”

Sommige mensen zien in het logo mijn golvende haar!

Wendy legt me uit dat het logo van haar website alles vertegenwoordigt wie ze is. “Toen ik van de ontwerper het logo te zien kreeg, wist ik gelijk dat het bij mij paste. Natuurlijk de letter W, maar Ik zag er ook de bergen in, die me zo lief zijn. Maar later hoorde ik van vrienden en fans dat ze er mijn golvende haar in zagen, of de kenmerkende sinusgolf van het zingen.”

Het merk Wendy Roobol

Het woord is gevallen: bergen. Wie bergen zegt, zegt wandelen en daarin hebben Wendy en ik een echte klik. Er is maar weinig voor nodig om ex-Caminolopers hun verhalen te laten vertellen en als snel delen we moeilijke momenten, fysieke ongemakken en heel persoonlijke details over onze tocht.  Wendy vertelt hoe ze er toe kwam om de Camino te gaan lopen. “Ik deed een training Zen & Zang, en de leraar opperde dat we in het leven iets moesten geven, en dat dat ook een beetje pijn zou moeten doen. Ik trok gelijk daarop met mijn portemonnee naar een dakloze persoon en gaf een substantieel bedrag. Een bedrag dat ik destijds zelf ook hard nodig had, dus het weggeven deed me wel wat pijn.”

“Later vond ik dat ik de opdracht wat te simpel had uitgevoerd. Ik mocht ook best iets aan mezelf geven, maar dan zou het ook “pijn” moeten doen. Op het moment dat ik de cursus volgde, had ik eigenlijk nog nooit echt vakantie genomen. Gebrek aan geld, gebrek aan tijd, en ook een beetje de angst om zangopdrachten mis te lopen waren hier debet aan. Ik bedacht me dat ik mezelf vijf weken compleet vrij zou geven. De pijn was dat ik hierdoor werk zou mislopen (wat ook gebeurde) en dat het behoorlijk op mijn leefbudget drukte. Echter, de winst die deze wandeling, deze vakantie, deze levenservaring me heeft opgeleverd is achteraf gezien veel groter dan de pijn die het kostte!”

Een Camino verandert je leven

Toen Wendy terugkwam uit Santiago stond ze anders in het leven en was ook haar positie ten opzicht van het zingen veranderd. “Een zangcarrière betekent niet langer dat je pas geslaagd bent als je mag optreden in de Scala van Milaan of in de Metropolitan Opera in New York. Musiceren brengt mij voldoening als ik met goede en prettige mensen mag werken aan goede muziek. Ik wil de luisteraars het liefst zo breed mogelijk aanspreken. Daar mag ook wel eens een moeilijk stuk tussen zitten, maar ik wil altijd een verhaal vertellen. Ik heb gemerkt dat ook mensen met minder luisterervaring dan een heel eind met je op weg willen gaan.”

Binnenkort staat er iets belangrijks in het zangersleven van Wendy te gebeuren. In het najaar van 2019 komt haar eerste solo-CD uit. Een CD met 17e eeuwse muziek over de figuur Maria. Die 17e eeuw ligt Wendy na aan het hart. Ze maakt deel uit van het ensemble Le Nuove Musiche dat onder leiding van dirigent Krijn Koetsveld alle madrigalen van Claudio Monteverdi heeft opgenomen. “We zitten bij Le Nuove Musiche vol met toekomstplannen. We willen een opera gaan opvoeren, werken hard aan de volgende editie van het MonteverdiXL Festival, zijn in voorbereiding van de opnames van de Selva Morale. Heel bijzonder is dat er op dit moment een speciaal Monteverdi-orgel wordt gebouwd met steun van Nationaal Instrumenten Fonds. De klank en het uiterlijk van het orgel pas perfect bij de muziek van Monteverdi!” Leest meer over Le Nuove Musice op www.lenuovemusiche.nl

Wendy op de top van de Dahmannspitze

Maar ook op wandelgebied is Wendy vol plannen. Dit keer legt ze haar lat iets uitdagender: Het liefst zou ze de Pacific Crest Trail gaan lopen, een langeafstand pad in het Westen van Amerika dat loopt vanaf de grens met Mexico tot aan de grens met Canada. Maar liefst 4300 km die de loper zowel door de verzengende hitte van de woestijn brengt als door besneeuwde bergpassen. “Op dit moment bereid ik me zo goed mogelijk voor op de tocht. Ik heb een cursus sneeuwwandelen gedaan, ik verzamel langzamerhand de perfecte uitrusting. Soms duurt het wel 5 dagen voordat je weer in de bewoonde wereld bent, dan moet je voor die hele periode eten bij je hebben, water moet je kunnen zuiveren. Je moet echt wel weten wat je doet. Ik lees me zoveel mogelijk in en ik ga zeker ook oefenen hierop van te voren!”

Tjeemig, wat een onverschrokken vrouw is die Wendy: een Brünnhilde in het Nederlandse zangerslandschap. Ik ben ervan overtuigd dat haar wandelpassie haar als zangeres en als mens verder zal brengen en voortdurend zal ontwikkelen. Als u meer over Wendy wilt weten, bezoek dan haar site. En als ze en een keertje bij u in de buurt zingt, ga dan beslist eens naar haar luisteren!