Politiek en economisch kun je zo je vraagtekens zetten bij de Brexit, maar in cultureel opzicht was het natuurlijk al een paar eeuwen duidelijk: Groot-Brittannië vormt toch echt wel een heel apart hoekje binnen Europa. Er zijn maar weinig landen met zulke sterke tradities en gewoonten. Gelukkig bezorgen de meeste daarvan je een brede glimlach op je gezicht en de veelheid aan operafestivals is er daar zeker één van. Je kan het zo gek niet bedenken of er duikt – het liefst op het platteland, ver weg van alle stadse drukte – uit het niets een landhuis of kasteel op waar in de zomermaanden volop muziek klinkt.
Al die festivals blijken een aantal tradities gemeen te hebben, die ’typically English’ zijn. We gingen op onderzoek uit!
Pik elk zonnestraaltje mee dat je kunt vinden!
Engeland staat wellicht niet bekend als het meest zonnige land, maar de Engelsen laten geen moment onbenut om zich aan de zon te laven. En dat heeft ook zijn uitwerking op het zomerse muziekseizoen. Het overgrote deel van deze festivals speelt zich af in de open lucht, of toch op zijn minst in de nabijheid van een prachtige tuin.
Het meest bekende voorbeeld hiervan is uiteraard het Glyndebourne Opera Festival dat al in 1934 haar deuren opende. Glyndebourne is een prachtig landgoed in East Sussex, omgeven door glooiende heuvels, tuinen en grazende schapen. Landhuiseigenaar Lord Christi had aan zijn huis al een fikse toegevoegd – hij liet het grootste orgel van Engeland bouwen, buiten die in de beroemde kathedralen van het land uiteraard – om er concerten en operavoorstellingen te kunnen organiseren.

Bij een van die voorstellingen ontmoette Lord Christi de sopraan Audrey Mildmay. Het was liefde op het eerste gezicht en het bezoek aan de operafestivals in Salzburg en Bayreuth tijdens hun huwelijksreis gaf het laatste zetje: Lord Christi bezegelde zijn liefde voor Audrey Mildmay én de muziek met een heuse, maar kleine theaterzaal die hij aan zijn al imposante orgelzaal liet bouwen. Het Glyndebourne Opera Festival was een feit. Met in die eerste jaren vooral Mozart op het programma ontvingen Lord Christi en Audrey Mildmay sindsdien de Engelse ‘upper class’ in hun achtertuin.
De sfeer is nu nog steeds tegelijk exclusief en ontspannen. Bezoekers in smoking en gala nemen in de pauze uitgebreid de tijd om te picknicken op het gazon van het landhuis of dineren in een van de restaurants op het terrein – een unieke traditie in de operawereld. Het theater zelf is inmiddels al vier keer vergroot om de toenemende stroom liefhebbers te kunnen ontvangen. ‘Needless to say’: de voorstellingen spelen zich uiteraard op het allerhoogste muzikale niveau af.

Ons kent ons
‘Liberté, égalité, fraternité’. Het moge duidelijk zijn, deze revolutionaire waarden zijn zeker geen Engelse uitvinding geweest. De standenmaatschappij laat nog steeds zijn sporen na in het hedendaagse Groot-Brittannië. Wist u dat vrijwel alle Engelse Prime Ministers in ofwel Oxford ofwel Cambridge hebben gestudeerd? In dat ‘old schoolboys network’ vecht je je niet zomaar in. Maar in de zomer is alles een beetje losser, dan staat de Engelse landadel toe dat ook mensen zonder blauw bloed in de aderen de historische landgoederen bezoeken. Maar wel het liefst in smoking en avondkleding, dat spreekt voor zich!
Wie zal dat betalen?
Een opera produceren is een kostbare aangelegenheid. Je moet goede zangers engageren, een heel orkest zien te regelen en natuurlijk een koor. Daarbovenop komen dan nog de decors en kostuums en de lange repetitietijd (tijd=geld). Gelukkig is de gemiddelde Engelsman/vrouw niet zuinig, maar laat hij zich juist graag voorstaan op zijn culturele donaties. En zo is het te verklaren dat zelfs kleine festivals hun hoofd boven water weten te houden en voorstellingen op niveau afleveren. We nemen Glyndebourne weer even als voorbeeld. In tegenstelling tot veel andere grote operahuizen ontvangt Glyndebourne relatief weinig overheidssubsidie voor het festival. Een aanzienlijk deel van de financiering komt van particuliere donateurs en mecenassen. Veel operaliefhebbers en welgestelde filantropen steunen Glyndebourne financieel. Sommige bedrijven sponsoren het festival, vaak als onderdeel van hun culturele of maatschappelijke betrokkenheid. Ze gebruiken het ook als gelegenheid om klanten of partners te ontvangen in een exclusieve setting. Zaken doen gaat nou eenmaal makkelijker met één of twee glazen champagne op in de pauze!
Typically English
Ook dit jaar konden we de verleiding niet weerstaan om een echt Engelse muziek- en operareis te organiseren. Voor de eerste keer combineren we het kleinschalige festival van Waterperry met het internationaal vermaarde Glyndebourne Festival. Het festival rondom Waterperry House, vlakbij Oxford, staat nog maar in de kinderschoenen. De eerste voorstellingen vonden plaats in 2018; het festival richt zich op het toegankelijk maken van opera voor een breed publiek, met een programma dat zowel klassieke als hedendaagse werken omvat. De uitvoeringen worden verzorgd door jonge, opkomende talenten, wat het festival een dynamische en frisse uitstraling geeft. Het Glyndebourne Festival komt daarmee vergeleken een stuk traditioneler over. Natuurlijk staat de hoge artistieke standaard van de voorstellingen ook in Waterperry House voorop. Maar misschien wel net zo belangrijk als bij Glyndebourne is de locatie. De tuinen van Waterperry House zijn een begrip in de tuinenwereld, en te midden van deze weelderige pracht staat een klein amfitheater, een van de plaatsen waar tijdens het operaseizoen voorstellingen gespeeld worden.

We brengen het onderzoek naar de Engelse operafestivaltradities in de praktijk tijdens een reis naar de operafestivals in Waterperry en Glyndebourne. Beide festivals zijn totaal verschillend qua karakter, maar bieden wel allebei een picknick in de pauze van de operavoorstelling!
Meer informatie over deze reis op https://musico.nl/reizen/opera-in-engeland/